Nietzsches typemachine

 In zijn boek 'Het ondiepe', over de gevolgen die de omgang met het internet mogelijk heeft voor onze manier van denken, komt Nicholas Carr terecht bij de schrijfmachine van Friedrich Nietzsche. Die slecht zag.

 Een Deense 'writing ball', 'Schreibkugel', was het, uitgevonden door Hans Malling-Hansen van het doofstommen-instituut in Kopenhagen.

 De machine had 52 toetsen, ook voor hoofd- en kleine letters en leestekens, die zaten op een bewegende bal. Een beetje als de bal in de IBM-varityper zetmachine waarop je vroeger zelf je stukjes voor Aloha tikte.

 Direct onder de toetsen lag een gebogen plaat met daarop een vel typepapier. Met elke aanslag schoof de plaat een toets op. Extatisch schreef hij er zelfs een gedichtje over.  

 Maar nu komt het, zijn vriend Köselitz vroeg hem of hij op de machine ook anders was gaan schrijven. En dat was zo, schreef Nietzsche: 'Ons schrijfgerei neemt deel aan het vormen van onze gedachten.' Hij schreef compacter, telegramstijl-achtiger. Ontwikkelde een nieuw idioom.

 Daarover gaat het bij Carr. Laat de machinerie van internet ons ook anders denken? En is dat een voordeel of leidt het tot de vaak gevreesde debilisering.

Nietzsche en het paard

 De Volkskrant van vanmorgen brengt twee pagina's over cabaretier Tim Fransen, die weer aankomt met het sprookje van Nietzsche die i889 ten prooi aan waanzin in Turijn een geslagen paard snikkend zou hebben omhelst en gek werd..

 Onuitroeibare fabel, al heeft ook Fransen zijn twijfels: de man die God doodverklaarde wordt getroffen door een hemelse straf. Alleen, het is een totaal onbewezen verzinsel, zoals biograaf Curt-Paul Janz al langgeleden aantoonde. Waar kwam het verhaal vandaan?

 De beste vriend van Nietzsche, Franz Overbeck schrijft in een brief over het voorval letterlijk: 'Op straat gevallen en overeind geholpen...' Meer niet. En zuster Elizabeth heeft het erover dat 'de hospes van Nietzsche, genaamd Fino, zich over hem ontfermd heeft en hem veilig naar huis heeft gebracht'. Niets over een voorval met een paard. Ook andere bronnen uit zijn omgeving zeggen niets over een paard.

 De eerste die ermee aankomt is - pas in 1930, 41 jaar later - literatuurwetenschapper Erich Podach. Zonder opgaaf van bronnen. 

 Het idee kwam vermoedelijk uit Schuld en boete van Dostojevski, waarin dronken boeren een paard doodranselen en Raskolnikov het dode dier om de hals valt.

Nietzsches jeugddrama

 Toen de dertienjarige Fritz Nietszche in zijn gymnasiumjaren begon iets te schrijven als mem­oires was hij een al te keurig jongetje dat het beeld van zijn familie als onberispelijk burgergezin hoog wilde houden, al mankeerde er nogal wat aan.

 De strijd om te leren denken als jezelf en niet 'in naam van het sociaal gewenste' is nog niet begonnen. Godgelovig is Fritz tot en met en als zijn vader, de dominee in het doodstille dorp Röcken bij Lützen opeens sterft wordt die zowat heilig verklaard.

 En dan komt het tweede grote drama van zijn jeugd, de dood van zijn jongere broertje Jozef.

 Dat er een schrijver in hem stak met gevoel voor drama lees je in wat volgt. Het is 1848, in heel Europa woeden opstanden tegen het wettig gezag, echter niet bij Nietzsche op het dorp en thuis. Maar dan.

 'Plotseling werd mijn geliefde vader geestesziek.' Bidden helpt niet. 'Meerdere dokters spanden zich in de aard van zijn ziekte te doorgronden, maar vergeefs.' Een beroemde dokter uit Leipzig zag meteen waar de ziekte in school. 'Tot ons aller schrik hield hij het op hersenverweking, die weliswaar niet hopeloos was maar toch heel gevaarlijk. Op 26 juli 1849 komt zijn lieve moeder luid wenend binnen: 'Mijn lieve Ludwig is dood.'

 Kort na de plechtige begrafenis met veel klokgebeier en het lied 'Jesu meine Zuversicht' heeft Fritz een droom die hij met veel pathos noteert. Hij hoort weer dezelfde orgeltoon als bij de begrafenis en dan verheft zich plotseling een grafsteen waaruit zijn vader in stervenskleed omhoog komt met een klein kind in zijn armen. Dan verdwijnt hij weer in de diepte onder de grafsteen. De dag na deze nacht wordt broertje Jozef plotseling ziek, krijgt krampen en sterft binnen een paar uur.

 Het dode jongetje wordt bij zijn vader in het graf gelegd. Het is eind januari 1850.

 Wat hiervan waar is en wat overdreven valt niet goed na te gaan. Het komt uit 'Ich habe schon manches erfahren' de vroegste geschriften, uitgegeven door Kai Agthe.

De dichter Nietzsche

 Achter in ‘De vrolijke wetenschap', in de nieuwe ver­taling van de vorig jaar gestorven Hans Driessen komt Nietzsche als dichter aan het woord, in de 'Liederen van prins Vogelvrij', bij uitzondering vertaald door Ard Posthuma. En zie, de wanhoop spreekt, ’s nachts aan het strand bij Genua, zoals in 'Het geheimzinnige vaartuig'.

Gisternacht toen alles sliep,/ amper wind met afgemeten/ zuchtjes door de straten liep/ en mijn slaap het af liet weten,/ hielp geen pil, noch wat ons diep/ slapen laat: een goed geweten.

Zonder de gewenste slaap,/ liep ik eindelijk naar het strand,/ zag, onder een milde maan, man en schuit op 't warme zand,/ slaperig beide, herder, schaap:/ slaperig stak de schuit van land.

Wel een uur lang, leek het mij/ (of een maand, een jaar, om 't even!)/ dat mijn denken t had begeven/ 't werd een grote grijze brij,/ 'k werd een afgrond in gedreven,/ bodemloos - toen was 't voorbij.

Ochtend - op het diepe donker/ van de afgrond, welbehoed,/ lag een vaartuig. Alom klonk er:/ Wat was loos? Wat zag je? Bloed? -/ Het bleef stil! Wij sliepen, sliepen/ allen  ach zo goed, zo goed!

Uta

 Friedrich Nietzsche groeide op in Naumburg, bezocht er de lagere school en het gymnasium. Hij moet dikwijls langs de Dom gelopen zijn waar de beelden van Uta en haar echtgenoot tot vandaag te zien zijn.

 Ze staan hoog en in het schemerduister, je kunt haar niet in de ogen zien. Hoe Uta von Ballenstedt er werkelijk uitzag weten we niet. Het beeld werd tweehonderd jaar na haar dood - als medestichter van de Dom - gemaakt door een naamloze beeldhouwer.

 Ze is de lokale beroemdheid waar alle bezoekers voor komen. Werd rond het jaar 1000 geboren en uitgehuwelijkt aan Ekkehard. Kinderen kreeg ze niet.

 Haar gezicht is in Duitsland altijd op de achtergrond aanwezig. Geen ander land kent een vergelijkbare patrones die tegelijk een levende vrouw is. Mijn vader, die Duits studeer­de had haar op zijn bureautje staan. De Nazi's zagen in haar het ideaal van niet 'entarte' kunst, Walt Disney gebruikte haar als model voor de boze stiefmoeder van Sneeuwwitje. 

 Het echtpaar staat er, zoals de beeldhouwer tweehonderd jaar later dacht dat het geweest kon zijn. Misschien deden ook toen nog verhalen over haar schoonheid de ronde. Ekkehard heeft een onderkin en is verlegen met de situatie.

 Uta heeft haar mantel omgeslagen en kijkt over haar kraag. Zedig en daardoor in het verborgene verleidelijk. Opmerkelijk hoeveel verschillende uitdrukkingen haar gezicht krijgt bij verschillende lichtval en kijkhoek op de foto's. Ekkehard wordt meestal weggelaten. Hij weet zich geen houd­ing te geven. Wat moet je met zo'n vrouw naast je.

 Uta weet dat er naar haar gekeken wordt, maar haar blik ontsti­jgt het moment. Alsof ze weet dat wij naar haar zullen kijken. En velen na ons. 

het typescript
Friedrich Nietzsche
de Malling-Hansen, de letters staan op een bal, die bij de aanslagen steeds een andere letter naar voren draait

Een kamer in het verleden (2)

In 'Maakt Google ons dom? Wat het internet met onze hersenen doet' herinnert Nicholas Carr aan Marshall McLuhan, en 'het medium is de boodschap'. Carr vertelt het verhaal van de tikmachine van Friedrich Nietzsche.

Ergens in 1882 kocht Friedrich Nietzsche een schrijfmachine - een 'Schrijfbal', merk Malling-Hansen. 
Zijn gezichtsvermogen ging achteruit. Het werd uitputtend en pijnlijk zijn blik gefixeerd te houden op een pagina. Hij kreeg er hoofdpijn van. Hij had het schrijven al moeten beperken en vreesde het te moeten opgeven. De schrijfmachine redde hem, tenminste tijdelijk. Toen hij eenmaal kon tikken leerde hij het ook met gesloten ogen te doen. Woorden konden weer van zijn geest naar het papier komen.
Maar de machine had nog een ander effect op z'n werk.
Een van zijn vrienden, en componist, merkte een verandering in zijn schrijfstijl op. Zijn bondige proza was nog strakker geworden, neigde naar telegramstijl.
'Misschien neem je door dit instrument zelfs een nieuwe stijl aan,' schreef de vriend, daarbij opmerkend dat als hij zelf iets noteerde over muziek en taal het resultaat vaak afhing van de kwaliteit van pen en papier.
'Je hebt gelijk,' antwoordde Nietzsche, 'ons schrijfgereedschap speelt een rol in het vormen van onze gedachten.'

Door de machine veranderde Nietszsches proza van argumenten naar aforismen, van gedachten naar woordspelingen, van retoriek naar telegramstijl. Wat Internet met onze manier van schrijven doet? Later meer.  
 

Martin Schwartz (2000)

Fingerspitzen

De foto werd gemaakt door de Duitse fotograaf Martin Schwartz en geëxposeerd in het Nietzsche huis in Naumburg. Bij een tentoonstelling in oktober 2000 op het thema 'Die andere Illustration von Nietzsche-Gedanken'.

Nietzsche? In het overrompelende architectuurboekje 'The eyes of the skin' (2005) van de Fin Pallasmaa wordt hij aangehaald. Nietzsche schreef: 'De danser heeft zijn oor in zijn tenen zitten'. Mijn overbuurvrouw, de tapdancer zal dit meteen bevestigen. De samenhang en samenwerking van de zintuigen, daar gaat het bij Juhani Pallasma om. Pas als je die begrepen hebt kun je bouwen voor mensen. Over wat er op de foto van Schwartz te zien is en wat het kijken ernaar zintuiglijk teweeg brengt zou ik lang kunnen praten. Maar ook kort. Doris Day? Afwashandschoenen? A perfect match.

's ochtends om vier uur, eerste bel
derde jaar op kostschool (17 jaar oud)
verderop staat een stofzuiger
het poortgebouw

Friedrich Nietzsche (2)

Op een paar kilometer van Naumburg ligt het oude Cisterciënzer klooster Schulpforta. Hier was de kostschool gevestigd waarvoor Nietzsche op z'n 14de, in 1858 een beurs kreeg. Een eliteschool die al veel beroemdheden had afgeleverd. Tot 1864 bezocht hij deze Pruisisch-protestantse, militair georganiseerde 'schoolstaat'.

Alleen op zondagmiddag mocht hij zijn moeder en zusje even zien. De rest van de week was het voor vijven opstaan en om half zes ochtendgebed, waarna de werkdag pas eindigde 's avonds om negen uur.Maar er werd ook aan sport gedaan, aan muziek en theater. En Fritz had het er op den duur redelijk naar zijn zin. Weg van zijn moeder, dat beviel niet slecht, hoewel hij zich ook liet verwennen met dingen als chocoladepoeder voor in z'n ochtendmelk.Het terrein ziet eruit als een Engelse Boarding School, heel geschikt om een film als The Browning Version op te nemen. En ja, er is nog steeds een landbouwopleiding gevestigd. Kantoormeubelen en naamplaatjes in middeleeuwse krochten.Deze kruisgang, deze kerk, hier liggen de voetstappen. Hij was elke winter wel een keer zwaar verkouden. Hoofdpijnen had hij en reumatische klachten. Weinig andere klachten. Hij was een beetje dik. Verder zeer bijziende.Toen hij er van af kwam sprak en las hij vloeiend Latijn en Grieks en probeerde ook in die talen te denken. Gymnastiek lag hem niet. Een erg mooie beschrijving komt van jeugdvriend Paul Deussen. Eens, toen het in de gymnastiekles zijn beurt was voor een brugoefening loste hij dit zo op. Met een geconcentreerde uitdrukking op zijn gezicht liep hij doodgemoedereerd tussen de leggers van de brug door, waarop hij zijn oefening had moeten uitvoeren. Na deze actie trok hij en gezicht of hij een heldendaad verricht had. De jonge Nietzsche had gevoel voor humor.

verwaarlozing in de DDR-tijd
het Nietzsche-huis in Naumburg
moeder verzorgt zoon in z'n laatste jaren

Friedrich Nietzsche (1)

Friedrich Nietzsche (1844-1900) woonde vanaf zijn zesde jaar (de dood van z'n vader, de dominee) met z'n moeder en zusje Elisabeth in Naumburg. Laatstelijk in dit huis. Nog steeds een onvoorstelbare tragedie. Na zijn geestelijke ineenstorting in Turijn heeft zijn moeder hem hier nog zeven jaar verpleegd. Ze maakte lange wandelingen met hem. Eerst door de stad, maar als Nietzsche tijdens het wandelen zeer luid sprak en daarbij gebaren maakte liever buitenom.

Bij mooi weer zat hij hier op het balkon.Het is sinds de 'Wende' een mooi klein museum. Heldere teksten, veel foto's. De ochtend dat ik kwam was er verder niemand. In de DDR-tijd werd het huis verwaarloosd. Nietzsche was immers door het Nazi-regime omhelsd, hij deugde niet. Hier ging hij naar de Lagere School en het gymnasium tot hij op z'n 14de een beurs kreeg voor de elite kostschool in Schulpforta, een paar kilometer verderop.Nietzsche heb ik pas echt leren kennen door de biografie van Curt Paul Janz (1976). Een prachtige introductie tot leven en werk.Het zich losmaken zijn bigotte moeder en zijn dweepzieke zusje is de domineeszoon niet gelukt. Door zijn ziekte (vermoedelijk gevolg van syfilis) moest hij terug naar huis. Naar dit huis. En daar zat hij, machteloos, de filosoof met de hamer. Terwijl zijn zuster zijn werk begon te censureren. Wat nog tot hem doordrong is niet bekend.