'Ze was afkomstig uit een land uit het verre verleden/ Een land vol duisternis en mist en eigenaardigheden/ Ze schonk mij slijk en slootwater, en ik dronk het als wijn/ Het leven is overbodige luxe als het je niet lukt om gelukkig/ te zijn
Ze toonde mij een lichaam dat allang niet meer bestaat/ Ik leerde haar te bidden, en ze gaf mij in ruil daarvoor een/ goede raad/ Ze zei: 'Onderschat nooit, lieverd, de kracht van het gebed/ Kniel neer en herhaal zeven keer wat ik zonet gezegd heb'/
Wel, alles wat wij samen hadden, alles is verdwenen/ Ik dacht dat het aan mij lag, telkens als ik haar zag wenen/ Elke dag opnieuw vierden wij haar verjaardagsfeest/ Het is geen kunst om ouder te worden, zolang je nooit jong/ bent geweest
Het is niet slim het vuur te blussen vooraleer het water/ kookt/ Vuur blijkt vaak nog heel wat vluchtiger te zijn dan rook/ We stonden voor een afgrond en er was geen weg terug/ Wanneer twee vreemden vrienden worden hangt er oorlog/ in de lucht
Wel, haar scharlaken lippen spraken nooit de waarheid/ Elke kuise maagd ontpopt zich tot een barmeid in de/ paartijd'
En ik dacht aan Dallas Fraziers 'She's the barmaid in the honky tonk downstairs'