Vandaag kwam de proef van de nieuwe roman van Christophe Vekeman die op 30 maart het licht zal zien in de Gentse Walry: 'Een uitzonderlijke vrouw.'
Gretige, onordelijke lezer als ik ben verken ik meteen scrollend de tekst. Terwijl de titel door m'n hoofd blijft gaan. De hoofdpersoon is een meisje dat Gwen heet. Waarin is zij uitzonderlijk? Ik lees het slot en verscheidene passages, keer dan terug naar het begin, waar Gwen een klein meisje is wier moeder zich zorgen maakt omdat ze eigenlijk niets doet. Verveelt ze zich? Nee. Ze doet alleen maar niks.
Ouders worden daar erg onrustig van. Christophe schrijft dan over de moeder dat het 'blijkbaar ook geen moment bij haar opkwam dat haar dochter zich simpelweg gelukkig voelde op die bank of in de tuin, te gelukkig om iets aan haar toestand te willen veranderen'. Dan komt deze dialoog:
'Maar is er dan niets wat je zou willen doen?'
'Ik doe toch iets?'
'Wat doe je dan?'
'Gewoon.'