Wat hebben Carson McCullers, Joseph Heller, J.D.Salinger, Gontsjarov, F.M.Dostojevski, Gogol, J.K.Huysmans, Lodewijk van Deyssel, Jan Arends, Freddy de Vree, W.F.Hermans en Gerard Reve gemeen?
Hun werk staat vrijwel compleet on de boekenkast van Christophe Vekeman in Gent.
Hoe uiteenlopend hun geschiedenissen ook zijn, allemaal waren ze, zijn ze eenlingen, voor wie het schrijven noodzaak was. Als mogelijke ontsnapping aan de eenzaamheid.
En dat terwijl de meesten van hen weinig verwachtten van de medemens, hun lezer.
Schrijven, waarom toch?
Om met het door Vekeman geciteerde karakter Franny, uit Franny en Zooey van J.D.Salinger te spreken: 'Ik ben al dat ego, ego, ego gewoon spuugzat. Mijn eigen en dat van Iedereen. Ik ben het gewoon zat dat iedereen iets wil bereiken, iets bijzonders, iets bijzonders wil doen en zo, een interessant iemand wil worden. Het is walgelijk - walgelijk. (...) Ik word er ziek van dat ik niet de moed heb om een absolute niemand te zijn.'
Na 1965 heeft Salinger (1919) niets meer gepubliceerd. Hij leeft als een kluizenaar. Het schijnt dat er manuscripten op zijn planken liggen. Maar, hij is een uitzondering.
Ik liep met Christophe Vekeman langs de Leie, in de zon. Onze wandeling is komende maandag horen in de Avonden.