De nieuwe roman van Christophe Vekeman, die zaterdag verschijnt beschrijft het leven van Gwen Rummerling. Dochter van een tirannieke moeder en een zwijgzame vader. Hier is ze vijftien:
'Op dit moment,' schreef zij in haar dagboek, 'ben ik ongetwijfeld schizofreen. Deze schizofrenie beschouw ik als een tussenstadium. De dag is niet veraf dat ik mijn schizofrene houding van mij af zal schudden, voluit de waanzin van de waarheid zal betreden en roerloos en onbewogen als een menselijke plant (geen zin om deze zin af te maken). Ik zal levend dood zijn tot ik sterf. Dat is mijn doel in het leven op deze wereld. Je hoeft niet in het leven te slagen om erachter te komen dat het niets voorstelt. Ik wil het toonbeeld van een (superieure) zombie worden.'
Behalve dat zij rechttoe rechtaan verslag uitbracht van haar gemoedstoestand en levensvisie, legde zij zich eveneens toe op het schrijven van gedichten als
Ik woon, leef op
de afvalberg.
15 jaar oud ben ik.
Haren: tussen blond en hoogblond in.
Huid: tussen blank en lijkbleek in.
Ziel: tussen zwart en inktzwart in.
Meeuwen storten langzaam neer.
Wonen noch leven doet mij plezier.
en aforismen als 'Mijn leuze is: leven en laten sterven' en 'Ook in gesprek met de grootste politicologen, wetenschappers en filosofen gaat mijn nieuwsgierigheid minder uit naar wat zij te vertellen hebben over politiek, wetenschap of filosofie dan naar de vorm en het formaat van hun penis. En kan je nagaan: zelfs hun penis laat me koud'.