Er dreigde een storm, maar die ging liggen voor Christo het geheel moest afblazen. Er bestaat een film van een uur waarin je hem (84, geestig en erg aardig) in de weer ziet in Iseo.
Het Lago d'Iseo, dat ik ken. Als je er overheen roeit wordt de steile rotswand aan de overzijde steeds steiler en steeds hoger. En jij steeds kleiner weet je hoe klein je zelf bent. Er is daar niets. Het meer, een smalle autoweg en dan de torenhoge, steile rots. Zo kwam ik dichter bij wat Christo dreef, denk ik.
Ik ben al heel lang een bewonderaar. Maar waarvan en waarom? De macht over een rotswand of een meer. Of zoiets kolossaals als de Arc de Triomfe van 60 meter, want dat wordt zijn postume project. Ik stond daar eens bovenop, achter de dunne balustrade.
Het temmen van een Mammoet? Het bouwen van een kathedraal? Iets reusachtigs naar je hand zetten? Het tarten van de menselijke maat? Architectuur is groot versus klein, dat begint bij de piramides en de toren van Babel.
Zoals je als architect altijd een paar argeloze wandelaars of boompjes moet tekenen bij je ontwerpschets van een wolkenkrabber.