De positieve aanpak dan maar? Benieuwd wat dat oplevert. Vanavond in het Filmhuis in Oosterbeek doe ik mee aan de Vorlesebuhne van Bernhard Christiansen, met ook oa. A.L..Snijders, Ariadne Verstegen, en Sylvia Hubers, met wie ik dialoogjes mag doen, zoals deze: Kom es hier.
S. Kom es even hier..
W. Je weet meteen wat die vrouw van je wil. Ze wil aan je zitten. Daar heeft ze ook alle recht op. Want ze is je moeder. Je bent nu eenmaal van haar. Alle mannen zijn eigendom van een vrouw.
S. En nou stil blijven staan. Hoe kan ik je anders een beetje toonbaar maken. Je moet toch optreden vanavond.
W. Wat kan ik zeggen? Dat ik zelf wel uitmaak hoe m'n haar zit? Nee, daar gaat zij over. Trouwens, het is al verknipt. Door de jongenskapper in de Appelstraat in Den Haag. Waar het op woensdagmiddagen stampvol zit. Drie man personeel. Een volledig gemechaniseerd bedrijf. Er liep een rail langs het plafond met snoeren omlaag naar de tondeuses. Een vloer vol haar. Dat elk halfuur werd aangeveegd door het Jongmaatje. Naar het vierkante gat midden in de zaak, waarvan het deksel dan even werd opgetild. Zodat je een glimp opving van een ondergrondse berg jongenshaar. Ik heb er Gerard Reve nog wel eens van verteld. Hij hoorde het graag.
De kapper in de Appelstraat bestaat niet meer. Toch, denk ik, moet daar ergens nog een kruipruimte zijn vol jongenshaar.
S. Je zou anders best eens naar de kapper mogen jij. Een lekker fris kort koppie in plaats van dat luizige ouwe hippie model. Dat kan toch niet meer. Ik vind alles best hoor, alleen dat haar. Dat kan toch niet. Wat moeten de mensen wel denken? Op jouw leeftijd.
W. Ik heb een kapperstrauma.
S. Oh, als het anders niet is, ik heb wel een schaar in m'n tasje. Ga maar even zitten. Moet je wel even stil blijven zitten.
W. Au! Au!