Steglitz

 Paden kruisen elkaar. Van Willem Brakman erfde ik een lievelingsboek, de Berliner Kindheit van Walter Benjamin. En terwijl ik me juist mijn eigen Tante-wereld binnenschrijf ontmoet ik bij hem Tante Lehmann. In de Steglitzerstrasse. 

 'In elke jeugd rezen toen nog de Tantes op, die hun huis niet meer verlieten, die altijd, als we met moeder op bezoek verschenen, op ons gewacht hadden, en ons altijd met het zelfde zwarte mutsje op en in de zelfde zwartzijden japon, vanuit de zelfde leunstoel, aan het zelfde erkerraam welkom heetten. Als feeen, die een heel dal doorweven, zonder er ooit in af te dalen doorwalsten ze stratenrijen zonder ooit in ze te verschijnen. Tot deze wezens behoorde Tante Lehmann. Haar goed Noordduitse naam garandeerde haar het recht zich een mensenleven lang in de erker te posteren waaronder de Steglitzerstrasse in de Genthinerstrasse uitmondt. Die hoek hoort tot degene die de loop van de laatste dertig jaar nauwelijks heeft beroerd. Behalve dat in deze periode de sluier die haar voor mij als kind bedekte, viel. Want toen heette ze voor mij nog niet naar Steglitz. De vogel Stieglietz had haar zijn naam gegeven. En woonde de tante daar niet als een vogel, die kon spreken, in haar kooi. Steeds als ik hem betrad was hij vol gekwinkeleer.' 

 ps. De Stieglitz heet bij ons het puttertje, de distelvink. En, in de Berlijnse voorstad Steglitz bracht Franz Kafka zijn laatste gelukkige jaar door, met Dora Diamant.