In Weimar viel me op dat het sterfbed van Goethe wel uitzonderlijk klein was.
Ook deze stoel van Louis Couperus, te zien in z'n museum aan de Haagse Javastraat, riep vragen op. Een bureaustoel lijkt het niet. Je zou er op moeten gaan zitten om te zien of schrijven dan te doen is, maar dat mag niet.
Wat doorgaat voor oorspronkelijk huisraad van beroemde schrijvers schept vaak eerder afstand dan dat het ze nader tot je brengt. Eens was ik in Charleville-Mézières, bezocht de Mont Olympe en het Rimbaud museum, waar de rieten reiskoffer van de dichter - zoéén met leren riemen eromheen - en het reisbestek dat erin zat waren tentoongesteld. Ik vertelde het Gerard Reve en zei hem dat een bezoek de moeite was. Als hij weer naar Le Poêt-Laval reed een kleine aftwijg... Hij keek me een tijdje zwijgend aan en barstte in lachen uit.
'Dus jij gelooft dat dat serviesgoed dat daar staat, dat die man daar echt...?'
Er begon me iets te dagen.
'Dus Gerard, jij denkt dat..'.
'Natuurlijk jongen, gewoon gekocht op de rommelmarkt hoor.'