Tante Helen

 Paul Claes heeft nu ook 'Prufrock', het debuut van T.S.Eliot (1917) vertaald, zó dat de geestige, lichte toets bewaard blijft. Prufrock was de naam van een meubelfabriek in z'n geboortestad Saint Louis. Het personage J.Alfred Prufrock dankt er ook zijn naam aan. Zo relativeert Eliot - lijkt me - zijn bestaan en het dichten.

 Van tantes, over wie ik niet genoeg kan horen, wist hij ook. Dit schreef hij over de dood van tante Helen:

 'Mijn tante Helen Slingsby is nooit getrouwd,/ Ze woonde in een klein huis bij een chic plein/ Onder de hoede van een viertal knechten./ Toen zij stierf was het stil in de hemel/ En stil aan haar einde van de straat./ De blinden gingen dicht en de lijkb­ezorger veegde zijn voeten -/ Hij had zoiets al eerder meegemaak­t./ Er werd naar behoren gezorgd voor de honden,/ Maar kort daarop stierf ook de papegaai./ De Saksische klok op de schouw tikte door/ En de huisknecht zat op de eettafel/ Met op zijn knieën het tweede dienstmeisje -/ Die zo oppassend was geweest toen haar meesteres nog leefde.’ 

Tags: 
Marcel van Eeden
ronde straathoeken: eng.
uit 'Celia' (2006), tekst J.van Oudshoorn
Celia wacht bij tekstclip van Robert Walser

Marcel van Eeden (3)

 'What did one wall say to the other wall?''Meet you at the corner. 'Marcel van Eeden bracht me niet alleen bij J.D.Salinger. We spraken in Den Haag over licht en architectuur. Over zoiets vreesaanjagends als 'ronde straathoeken'. 'Eng,' zei Marcel. 'Vind je niet?'

 Ik vind dat ook. Een hoek moet niet rond zijn, om de zelfde reden dat een klok niet vierkant moet zijn. Hij gaf me zijn twee 'beeldboeken', die vorig jaar in Duitsland verschenen bij de grote kunstuitgever Hatje Cantz: 'K.M.Wiegand, life and work' en 'Celia. Beide werden in Nederland nauwelijks opgemerkt, wat nogal idioot is, het zijn boeken zonder eind. Tijdreizen. Je hebt ze nooit uit.Van Eeden voert de plaatjeslezer langs zijn eigen tekeningen, maar tegelijk ook langs daarmee vervlochten teksten van oa. T.S.Eliot, Robert Walser ('Spaziergang') en J.van Oudshoorn ('Laatste dagen').

 Beide boeken maken deel uit van zijn levensproject, het vastleggen van de tijd voor zijn geboorte (1965), de 'Encyclopedie van mijn dood'. Totnutoe leidde dat tot de min of meer losse, dagelijkse tekeningen op zijn Tekenlog. Maar deze twee 'beeldromans' brengen meer samenhang, ze doen denken aan de romantische fotoverhalen met balloons die in de jaren '60 nog verschenen en bij de kapper lagen.Hoe tekst en tekeningen op elkaar inwerken verrast per pagina. Ik moest soms denken aan de titels van Magritte, die een eigen leven leiden, maar toch. Zo goed als de Van Eeden-tekeningen van gedateerde foto's zijn afgeleid, maar toch. Een lichte, Haagse extase. 't Gaat verder. Over de 'glazen bakstenen' in portiektrappen. Over de 'superheld' K.M.Wiegand en nog veel meer.