Tuin

 Behalve het slot van Candide ken ik weinig overtuigende verhalen over tuinieren. Of het moest het gedicht van Frank Koenegracht zijn over de gestrande tuinaanleg van zijn vriend H.H.ter Balkt: 'Tuinman boos op tuin'.

 Sarah Hart blijft kampioene. Maar nu heb ik 'Het jaar van de tuinier' van Karel Capek, waarin een tuinier begint met niets op woeste en ledige aarde, en alle tuin voor het eerst wordt gezien en ondervonden. Neem deze langverwachte weldadige regenbui als de hitte verstikkend wordt en de atmosfeer akelig drukkend. Maar dan: 'Aan de hemel rollen de wolken over elkaar heen, maar ze brengen de aarde, noch de mensen verlichting. Plotseling echter barst aan de horizon de storm los; er steekt een vochtige wind op en daar is hij, de regen, bij bakken uit de hemel vallend, stromend over het plaveisel. Men hoort de aarde bijna ademhalen, het water gorgelt, klettert en slaat tegen de ramen, tikt met duizenden vingers in de goot, vormt lange beekjes en spettert in poelen. De mens kan wel schreeuwen van vreugde. Hij steekt zijn hoofd uit het raam om in het hemelse vocht verkoeling te zoeken. Hij fluit, gilt en zou niets liever doen  dan zich naakt in de gelige riviertjes gooien die door de straten stromen.'

 En dan: 'Als bij toverslag is de stortbui plotseling opgehouden. De aarde schittert onder een zilveren nevel. In het struikgewas begint een uitgelaten merel luidkeels te zingen.'

 En daarmee is de kous niet af. 'Meiregen, daar word je groot van' zegt de buurman als ik doorweekt thuiskom. Maar mijn vader predikt 'groeizaam weer'.  

PS. Nagekomemde boeken: Het compostcirculatieplan van Anton Valens en Vallend hout van MIek Zwamborn..Nagekomen planten: de tomatenplanten en de couorgettes.