De Zeemeermin is als fabeldier ongrijpbaarder gebleken dan de Eenhoorn, die al door het Concilie van Trento in de ban werd gedaan. De meermin komt tot in de 18de eeuw in ernstige wetenschappelijke werken voor als zeedier.
Ze moest en zou bestaan, half dier en half vrouw zijn, dat leert je de tentoonstelling in Teylers en de doorwrochte catalogus. Wat vingen vissers door de eeuwen in hun netten, wat ontstapte ze telkens weer? Lang op zee zijn vertroebelt de zinnen.
Werd Venus niet uit het schuim van de zee geboren?
Telkens werd ze gezien en ontzwom weer. Vaak met twee staarten, wat seks waarschijnlijker maakt. Al komen tweestaartige vissen niet voor. Ongrijpbaar blijft ze, demonisch mooi en levensgevaarlijk. Want ze neemt je onherroepelijk mee, de diepte in. Moet je het als vissersman maar niet wagen de onberekenbare zee op te gaan. Vreemd genoeg vraagt niemand in de geschiedenis zich af wat er in de verleidster omgaat. Hans Christian Andersen was de eerste die haar tragiek zag.
Maandag in de Avonden meer.