Komende donderdag is er in Perdu, Amsterdam een tweede avond over 'De figuur van de gek in literatuur, filosofie en politiek'.
Toeval: vanmiddag sprak ik in Rotterdam, met z'n biograaf Menno Schenke langdurig over de dichter Cor Vaandrager. Bij De Hef (de brug die in z'n werk zo'n grote rol speelt).'Gek' is van oudsher de slordige verzamelnoemer waaronder afwijkenden door de normalen worden bijeengeharkt. En ontmenselijkt. Perdu denkt dat zo de aandacht van hun mogelijke politieke en maatschappelijke betekenis wordt afgeleid: 'de gek hoef je immers niet te begrijpen.' Zou het?
Gisteren had ik Maarten Biesheuvel aan de telefoon. A.Moonen heb ik goed gekend. Wat de burger - juist de cultureel geïnteresseerde - doet is die mensen aanstaren, ze allerlei motieven toedichten, literaire, politieke, godweet. Maar wat wij niet kunnen is Jan Arends zíjn, al is het maar een dag, of A.Moonen die letterlijk buiten zinnen zijn meubilair uit het raam gooit en met gillende sirenes wordt afgevoerd of Maarten Biesheuvel midden in een paniekaanval. Het publiek is geamuseerd.
Zo hadden we het vanmiddag over Vaandrager. Er was maar één Cor Vaandrager, wisten we. En hij 'kon er niet uit'. Hoe het was hem te zijn zullen we - ondanks zijn pogingen ons met zijn geschriften te beschreeuwen - nooit weten. Het gesprek is vrijdag in de Avonden te horen.