Torentjes (3)

 Nora Schadee, die in het Haagse Statenkwartier opgroeide, heeft een groot aantal zinloze maar daardoor des te mooiere torentjes in het hoofd, maar noemt ook de Rotterdamse Heemraadssingel, waar er een stuk of vier zijn: 'zo klein dat je er nog niet eens een torenkamertje van kan maken (zoals Addy in de Couperus' Kleine Zielen aan de Kerkhoflaan heeft). Het enige wat in zo'n torenkamertje kan wonen is de geest van een heel dun meisje. De torentjes zijn voor mij alleen leuk als ze op of in een echt woonhuis zitten.'

 Gerrit Jan Kleinrensink schrijft: "Veel huizen met zo'n torentje hebben ook één of meer blinde vensters, maar de regel 'waar een blind venster, daar een torentje' geldt veel minder." Kleinrensink verzamelde eens foto's van blinde vensters, en gaat ernaar op zoek in zijn ongearchiveerde dozen.En dan de vraag wat doe je in zo'n torentje. Annemieke Houben: 'Jaren geleden heb ik ze mij allemaal al gedachtelijk toegeeigend, omdat er toch nooit iemand in lijkt te zitten. (Nog nooit in mijn leven heb ik iemand in een torentje gezien.) Ik zou er altijd (áltijd) in lezen. Geen komen of weggaan in die torentjes (hoofden stoten, trappen afvallen, hortende luiken), nee; ik zou het torentje bestegen hebben zonder er erg in te hebben, er zouden zuiver leesmijmeringen zijn, met fauteuil en witte jurk en uitzicht opnemend via mijn oren.'

 Arjen Lubach: 'Hierbij het torentje in Amsterdam waar ik de afgelopen jaren op uitkeek, terwijl ik schreef aan mijn debuutroman. (Het boek heet: ‘Mensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend’ en verschijnt bij Meulenhoff in augustus). 'Mijn volgende boek hoop ik IN een torentje te voltooien, maar vooralsnog denk ik dat ik genoegen moet nemen met het uitzicht.'