Mooie vrouwen zijn niet te vertrouwen. Je hebt, zei mijn vader waarschuwend 'meisjes om mee te trouwen en meisjes om mee uit te gaan.'
De schoonheid, al wat vrouwen vrouwen maakt, lag veilig opgeborgen aan gene zijde, de wijngrens, de filterkoffiegrens, alle terug te voeren op de Romeinse limes. Mijn ouders overschreden in 1952 de schoonheidsgrens, zoals Carel Willink het eerder deed op die onvergetelijke reis naar Parijs in september 1947, als verkenner voor zijn Wilma die zou nakomen: 'Je doet je zwarte pakje aan, bijvoorbeeld.'
Mijn vader bezocht de Folies Bergères, en zag de geheven benen van de danseressen. Mijn moeder 'gunde' het hem. Mee terug kwam het fotoboek 'Vrouwen van Parijs'.
De geschiedenis van Kees van Dongen geeft in a nutshell het entree van de schoonheid in Nederland. Van Dongen overschreed de grenzen. Werd Parijser dan de Parijzenaars. Trouwde met modekoningin Jasmy Jacob, gaf er uitzinnige feesten.
Zijn eerste hier aangekochte werk was dan ook geen vrouwenportret maar een net geklede heer. Wie durfde vrijmoedig te praten over schuinsmarcheerders als Van Dongen, Jan Sluyters en Isaac Israels?
De schoonheid heeft het Noorden bereikt. Het Amsterdams spektakel dat alleen nog toeristen met stomheid slaat is dit: assertieve meisjes op torenhoge hakken in korte rokjes trappen bakfietsen vol kinderen voort.
Zaterdag opent de Van Dongen-tentoonstelling in Boijmans.