Drie jaar geleden schreef ik dat Arie Schippers 'auto's schildert als waren het vrouwen'. Ik mocht langskomen en hij corrigeerde: 'Auto's zijn tekenen van menselijk leven, vergelijk ze met uitgeschopte vrouwenschoenen in een huis. Je komt ergens binnen, er ligt een losse schoen op de overloop, scheef tegen de plint. Zo staan auto's in het landschap.'Vooruit, de autoschilder.Hij exposeert sinds gisteren in het Henriƫtte Polakmuseum in Zutphen. En vanaf volgende week ook nog in Deurne. Schippers werkt buiten, met behulp van zijn schilderbusje, het onderwerp moet er in een paar uur op staan. Hij drukt je met je neus op het over het hoofd geziene. De auto, het meest geziene/niet-geziene object in het landschap. Je kijkt er langsheen, toch zit je hoofd vol auto's. En hoogspanningsmasten, en transformatorhuisjes, die je telkens weer vergeet en telkens weer herkent, in het lijnenspel dat wordt bepaald door onze wegenaanleggers. Ook rijen geparkeerde auto's hebben een logica. Er is geen eenvormigheid. De eigenheid van elke auto afzonderlijk blijft in de rij langs de stoep bewaard. Kijk maar. Die daar? 'Ik moest een Saab hebben,' zegt Schippers, 'en het wou maar geen Saab worden, gek hoor, ik heb het vier keer over moeten doen'.