Spuitwater

 Het Nederlands en het Vlaams kruipen dichter naar elkaar toe. Morgen krijgen abonnees bij de krant De Standaard gratis het 'Gele Boekje met 1000 Belgisch‑Nederlandse woorden'.

 De Standaard woog 1000 woorden, samen met de Taalunie en de Taaltelefoon. Wat wel, wat niet, en waarom? Ik ben zeer benieuwd naar wat er in deze 'korf vol Belgisch­‑Nederlands' zit.

 Al vroeg belandde ik in het Antwerps dialect door tekenaar Willy Vandersteen. In zijn Suske (Francois) en Wiske heette de pop van Wiske (Louise) nog Schalulleke. In de Nederlandse versie werd dat eerst Schanulleke, later Schabolleke. En zo werd Lambik Lambiek (naar het frambozenbier Kriekenlambik) werd Jerom Jeroen en Sidonie Sidonia. Ik verzamelde Vlaamse edities en belandde in de geschiedenis van de taalstrijd. Stafkaarten waarop heel de provincie Antwerpen (Anvers) verfranste plaatsnamen droeg.

 Verdiepte me bij m'n bezoeken in de hoffelijkheid, het aanspreken met 'u'. Wat toch weer afgeleid moest zijn van 'vous'. Vlaamse wendingen waren voor Nederlanders grappig. Elke kaaskop wist dat neuken poepen was. Vlamingen waren boeren.  Elsschot deed zijn uiterste best ABN te schrijven. En als de boeren opstandig werden marcheerden in de straten van Brussel Franstaligen onder spandoeken 'KEER NAAR UW DORP'.

 Toen kwam de kentering, Mart Smeets bracht ons Vlaamse wielrentaal. Zei u tegen de renners. Café en wielrennen, daar begon het mee. Pintjes, uitbaters en in een zetel naar de finish brengen. Kinderhoofdjes werden voorgoed kasseien. Op café gaan kwam erbij. En de literatuur volgde. Er zijn meer Vlaamse schrijvers en dichters in Nederland dan ooit, goddank, al blijven de uitgevers Nederlands.

 Maar Bart de Wever overdrijft. Straks gaat dat België waar ik zo aan verknocht ben nog teloor. Dus: 'inkom' is beter dan entree. 'Vooraleer' muzikaler dan voordat. 'Telkens ik achterom keek' mooier dan telkens als ik achterom keek. En 'droogkuis' hoor ik liever dan stomerij.

 Zo, en nu een 'spuitwater' bij mijn filterkoffie en zeker en vast geen Spa rood.