De brieven van Rudy Kousbroek aan Gerard Reve zijn er, Gerards aandeel in de briefwisseling is bij Joop en komt nog wel. Rudy was een bewonderaar. Hij vond Bezorgde Ouders Gerards mooiste boek.
Ik heb veel radioprogramma's met ze gemaakt. Rudy deed onder meer mee met Music-Hall en zijn deelname aan de lange afsluiting van de serie over Philips-Holland Indië was memorabel. Met Gerard nam ik De Avonden op, en een keus uit zijn gedichten met toelichting.
Rudy en ik kregen het over 2CV's, R4's en sloperijen. Toen ik eens moest bekennen dat ik een nieuwe kleine Peugeot had gekocht zei hij 'laten we afspreken dat jij altijd in een 2CV rijdt.
Ons eerste contact ging over de Zingende Honden. Hij had geschreven over de diepe ontroering die hem beving. Ik kende Don Charles and his Singing Dogs en stuurde hem een kopie van het epeetje. Daarbij moest ik uitleggen hoe Charles een verzameling hondenblafjes op verschillende toonhoogten had vastgelegd op geluidsband en aan elkaar geplakt, waarna hij een orkestje het resultaat had laten begeleiden. Dan hoorde je Oh Susannah gezongen door een hondenkoor. Weer schoten Rudy de tranen in de ogen. Die combinatie van techniek en emotie was hem ten voeten uit.
Het zelfde gebeurde toen hij mij zijn katapult, gemaakt van een Bahco, demonstreerde. We schoten ermee op bomen in zijn Leidse tuin. En raak. Goeie katapult.
Toen Gerard eens tijdens een nachtelijke wandeling in Frankrijk pesterig vroeg 'waarom zingen de vogels zo mooi, denk je?' en Rudy de vogelzang haarfijn uitlegde zei Gerard 'Welnee, om zijn Schepper te loven natuurlijk'.
ps. Dit laatste uit het hoofd, waar stond het ook weer? ps2. Het gesprek wordt vermeld in een brief aan Rudy, opgenomen in 'Zondagmorgen, zonder zorgen' en in ''Het boek van Violet en Dood'.