Oostende 1936

 Joseph Roth uit Lemberg (geboren in Brody)  kon nog beter vertellen dan schrijven. Bovendien, zei de ook uitgeweken Duitse schrijfster Irmgard Keun, die hem in 1936 in Oostende ontmoette en met wie hij anderhalf jaar optrok, 'dat ze eerder of later nooit een man had ontmoet met een zo grote seksuele aantrekkingskracht'.

 Het Café Flore waar emigranten als Egon Erwin Kisch en Roths vriend Stefan Zweig elkaar ontmoetten bestaat niet meer, evenmin als het Hotel de la Couronne waar ze bivakkeerden. Van het Oostende waar Duitse en Oostenrijkse schrijvers in de jaren '30 neerst­reken is door de geallieerde bombardementen van 1944 weinig over. Volker Weidemann beschrijft ze in 'Ostende, 1936, Somme der Freundschaft'.

 Zweig probeerde Roth van de drank af te houden, Keun was minsten zo'n ervaren drankkunstenaar als hij. Ervaren ook in de rechtvaardiging. Waarom drinken nodig was om te kunnen leven en schrijven. De wereld wegdrinken, daar kwam het op aan. Die was al te erg, zeker in die jaren. Dan pas kwam je aan schrijven toe.

 Roth was een eind heen. Zijn benen en voeten gezwollen, hij kon nauwelijks meer schoenen aan. Sinds jaren moest hij elke ochtend overgeven, soms urenlang. Hij at bijna niets.

 Ze hielden van elkaar in wederzijdse eenzaamheid. Irmgard 'houdt van zijn eenzaamheid en treurigheid en zijn wens haar altijd bij zich te hebben'. 's Nachts, als ze naast elkaar liggen woelt hij soms diep in haar haren als uit angst dat ze plotseling in het donker zou verdwijnen. En 's ochtends, als ze haar haren uit zijn handen bevrijd heeft houdt ze zijn hoofd vast als hij moet overgeven. Ze kent al zijn boeken. Hij van de hare geeneen. Later schreef ze over hun tijd samen het prachtige Kind aller Länder.