Na Therèse Cornips

 Therèse Cornips (1926-2016) is gestorven, ze gaf een generatie Proust te lezen. Want Frans kenden we nauwelijks. Deel na deel ging rond. Willem Brakman duwde me met m'n neus erop.

 Ik ging naar Cabourg, bij Proust het mythische Balbec en schreef Willem deze kaart. En vanuit Commercy noge­ens over de Madelein­e. De toevallig doorbre­ken­de herinnering, een kortsluiting tussen toen en nu.

 In Op zoek naar de verloren tijd zitten een stuk of tien van die momenten: het struikelen over de ronde keien op de binnenplaats van de Guermantes, de schimmelige lucht in een urinoir op de Champs Elyssees, de drie kerktorens bij Martinville en natuurlijk, het dopen van de Madele­ine in een kopje thee. Bijzaken die openbaringen worden.

 Moeilijk er het juiste woord voor te bedenken, schrijft Willem, maar ik heb een voorkeur voor het woord epifanie. Openbaringen zijn het. Voortkomend uit een willekeurige herinnering.

 Je moet maar durven, denk ik, zo'n grote aan­dacht vragen voor een zomerse logeer­partij van vroeger op het land, waarbij hij de gebruikelijke nachtzoen van zijn moeder door een late bezoeker is misgelopen en daar zo'n tachtig pagina's voor nodig heeft, of beter gezegd, zijn hele werk. Maar uit deze epifanie is alles ontstaan; de oorsprong van het plan zijn leven tot een kunstwerk te maken door het zich te herinneren, de samenhang ervan, de zin, de kiemcel van waaruit zich alles ontwikkelde.

 Dat is wat Proustiaan Willem Brakman me leerde.