Heet de nu ook in vertaling verschenen verzameling schrijversportretten van W.G.Sebald.
Tegelijk met Jean-Jacques Rousseau, Gottfried Keller en Johann Peter Hebel portretteert Sebald ook zichzelf. Net als in zijn 'reisboeken' en de roman Austerlitz gebruikt hij illustraties. Lees wat hij schrijft over zeven bewaard gebleven foto's van Robert Walser: 'zeven heel verschillende fysionomische fasen, die je een vermoeden geven van de catastrofe die zich daartussen heeft afgespeeld.' Walser eindigde in een Zwitserse inrichting en werd in 1956 dood in de sneeuw gevonden.
De foto's van 'een van stille zinnelijkheid vervulde jongeling' tot 'een gebroken man, en ten slotte een volkomen verwoeste en tegelijk geredde patiënt in een inrichting'. Sebald schetst de tegenstelling tussen Walsers volkomen niet-ijdele, Zwitsers stijve wezen en de anarchistische, bohème- en dandy-achtige neigingen uit het begin van z'n schrijversloopbaan.
Zelf vertelt Walser hoe hij van Thun naar Bern wandelde in een 'liederlijk felgeel hoogzomerpak, lichte dansschoenen' en met een 'opzettelijk wilde, gewaagde, stomme hoed'.