Literatuur en waanzin

 Van Ranne Hovius verscheen Vogels van waanzin, Psychiatrie in Nederlandstalige romans en gedichten. Een doortimmerd historisch overzicht. Dat na de beschrijving van een rij rampen en ongelukken, op z'n minst gissingen en lukrake behandelingen in de psychiatrie eindigt met de conclusie dat er geen conclusie is.

 Hoe was het? Een verdachte had een advocaat, een gek stond zonder bijstand tegenover de almachtige psychiater, die gruwelijke therapieën op hem kon loslaten. Van ijsbaden tot castratie. Simon Vestdijk werd van zijn depressies - 'de hel op aarde' - verlost door medicatie, zoals beschreven in de roman De persconferentie (1969). En dat na levenslange succesloze behandelingen met opium, elektroshocks tot slaapkuren. Totdat de arts Willem Brakman hem Tofranil bezorgde.

 De conclusie van Ranne Hovius luidt dat we noch van creativiteit noch van waanzin, noch van het mogelijk verband tussen de twee veel weten. En dat terwijl psychiaters ‑ in de woorden van Jan Arends 'de psychiatrisch gestoorden' - toch steeds weer de alwetende, godgelijke geneesheer uithingen. Met steeds wisselende theorieën en praktijken.

 En nog. De almacht van de behandelaars tegenover wie in de war is blijkt ver van verdwenen. Ze bestempelen, ze schrijven medicam­enten voor en zijn niet aanspreekbaar. Als mantelzorger deed ik nogal onaangename ervaringen op. Ik had me als amateur nergens mee te bemoeien, ook al kende ik het geval beter en ruimde ik de rotzooi op. 

 Hovius beschrijft ook nog de dwaze theorie van Breton en de surrealisten dat iedereen creatief is. En dat er o zo zoveel unieks in ieders onbewuste huist. Mooi is dan de conclusie van schrijfster/patiënte Unica Zörn dat alle wanen op elkaar lijken.

 Ja, manische depressiviteit, manische schrijfdrift - zover men weet hoe dat werkt - levert soms wat op. Iedereen die schrijft weet dat 'losgooien', roes, soms zin heeft, of je het nu met drank doet of met middelen. Maar daarna moet het opgeborrelde wel in gedisciplineerde nuchterheid vorm krijgen.

 Ik ga Een moderne Antonius van Vestdijk herlezen.