Een onsterfelijke collage van de mooiste meiden van Rome in 1953, gefilmd in beweging op drukke trottoirs, in hun mooiste kleren, in blakerende zon. Niets dan zwenkende mannenhoofden achter zich latend.
Alberto Lattuada maakte dit unieke - met verborgen camera (maar niet heus!) gedraaide - document voor een dwaas project van een stel filmgekken. Losse verhalen, samen een wel heel bizarre Cineac-voorstelling. Ook Fellini, Antonioni en Risi deden mee.
De vorm van een soort gefilmd tijdschrift gaf ieder een in 1953 ongekende vrijheid. Nu de film gerestaureerd te zien is (op 11 november weer in Rialto Amsterdam, ook te koop) kijk je je ogen uit naar het losse acteren, halverwege script en improvisatie, de kleren, de koppen, de straten, de auto's en scooters.
Werd de vrouwenmode ooit nog zo goed? Die van nu ontleent er veel aan. Ik zag prachtige, o zo goedkope, stoffen. De brede, vaak glimmende, insnoerceintuurs.
KLeine luxe, die z'n werking krijgt door de onverbiddelijke armoede waarin iedereen leeft. Wat moeten meisjes als het onder de ook na de oorlog ijzeren katholieke hypocrisie fout loopt. Hoerderij - ze worden geïnterviewd-, zelfmoord, je kind achterlaten in een park? En dan is er weer een prachtig kale danspartij 'Drie uur Paradijs van Dino Risi, vol hoop op, ja wat?
Fellini schetst een huwelijksbureau dat een boerenmeisje dat een gezin moet onderhouden wil onderbrengen bij een steenrijke 'weerwolf'.
Als je dat gezien hebt wordt de zelfverzekerde meidenshow van Lattuada niks minder dan een daad van verzet.