Het circus van Silvia B. (2)

 Kinderen worden opgevoed met mensdieren, diermensen, goden wieweet. Van teddyberen tot de Bijbelse slang en het Lam Gods.

 Je beweegt je als vanzelfsprekend van mens naar dier, van man naar vrouw en terug naar kind, van mens naar pop of beeld. Dieren krijgen namen, alsof dat zo gewoon is. Ze reizen rond in een circustent. Alsof zo'n verzameling hybridische freaks steeds op de vlucht blijft voor de volkswoede tegen al wat afwijkt.

 Het moet een keer verkeerd aflopen. De toegang tot het zwarte circus van Silvia B. wordt bewaakt door twee poortwachters: een slapende cavia met een zwart satijnen puntmuts en een muis op een tabouret van het soort waarop circusleeuwen door hoepels springt.  

 Frans de Waal leert ons dat ook dieren cultuur hebben. Dieren blijken steeds meer mens en mensen steeds meer dier. Dit is de tijd van een Dieren­partij, maar ook van ongeremde diercon­sumptie en dierenliefde, een zooitje kortom. Dat dringt hier tot je door. Daarom blijft Silvia's apin die haar nagels lakt onvergetelijk, aantrekkelijk en griezelig tegelijk. Too close for comfort.

 Morgen na 22.00 in de Avonden meer.