Heet de bundel met foto's van de in Duitsland geboren Diana Scherer en gedichten van Menno Wigman, die vrijdag te horen zijn in de Avonden. Niks minder dan schokkend, die foto's. Je ziet vrouwen liggen, dood, in een uitvergrote omgeving. Een reusachtige gootsteen, het afvoerputje in een enorme douchevloer. Maar ook plaveisel vol plassen regen. Politiefoto's lijken het, van slachtoffers, vrouwen zonder uitzondering. Pas na lang staren vraag je je af hoe ze gemaakt zijn. Dan ga je de gedichten van Wigman lezen. Zoals 'Dit niet':
Zodra de avond zich had omgedraaid
voltrok zich haast een wonder in de straat.
Eerst stierf een ziekenwagen uit het zicht.
Toen viel een kluitje mensen uit elkaar.
Een jongen, kostbaar als een kever, trok
galant zijn mes uit iemands ribbenkast.
Zijn smalle wespenblik kreeg haast iets zachts.
Hij schreeuwde wel maar slikte alles in.
Toen viel de avond langzaam weer terug
in weemoed en tv, verdween het mes
en liep hij glansloos weg uit dit gedicht.
Een plot was er niet, laat staan muziek.
De dood verzint van alles, maar niet dit.