Colette en Proust

 Het lijkt een 'odd couple' maar het tegendeel blijkt waar als je de stukjes leest die ze over Proust, die ze kende, schreef. Je ziet verwante geesten. Ze stuurden elkaar hun nieuw verschenen boeken met opdracht. In de stukken die Kiki Coumans verzamelde en ver­taalde ontmoeten ze elkaar op de woensdagen van madame Arman de Caillavet. En na jaren, in de oorlog, ziet ze hem terug in de Ritz:

 'Toen ik hem terugzag, hadden de jaren van ziekte diepe sporen achtergelaten. Zijn onrust en zijn bleekheid leken het resultaat van een schrikwekkende kracht. In zijn rokkostuum, midden in een verduisterd Parijs, in de schaars verlichte lobby ontving Marcel Proust me met een wankele vrolijkheid. Over zijn kostuum droeg hij een openhangende bontmantel. Ik schrok net zo van de expressiviteit van zijn gekreukelde witte plastron en zijn stuiptrekkende stropdas als van de roetbruine vlekken onder zijn ogen en rond zijn mond, die door een achteloze kwaal in het wilde weg op zijn gezicht waren geklad. De voorkomendheid en hoffelijkheid die hij zijn hele leven behield, waren met zijn woorden en gebaren vergroeid als de macabere sporen van een uitzonderlijke jeugdigheid. Hij bood ons drankjes en lekkernijen aan met de onhandigheid van een zestienjarige jongen. Zoals veel mensen met een uiterst broze gezondheid voelde hij zijn vermoeidheid niet meer op momenten dat gezonde mensen bekenden dat ze moe waren.'