De eerste fantasie in architectuur, de beste onmogelijkheid is het zeer grote.
Wat is er met het zeer grote gebouw? In Lille zie je de torens van Babel die na die van Breughel ontstonden. Allemaal bedoeld om langs een stijgende rondweg met karren naar de hemel te rijden. Jan Breughel moet zich al op de kop gekrabd hebben. Een Ziggurat die tot in de hemel zou reiken? Maar wat zou dan toch de diameter van de basis moeten worden? Zijn toren kwam niet af, zo min als die van z’n opvolgers - in Lille zijn wel vijf torens te zien - ook al schilderden ze wolkjes om de top.
Er wordt gebouwd, ook met behulp van takels om stenen te hijsen, maar het idee van een lift - bijvoorbeeld opgetrokken door paarden - kwam bij niemand op. Heeft Leonardo al een lift getekend?
Als verhaal leek het nog wat, en de spraakverwarring een gerechtvaardigde maatregel om 's mensen ijdelheid af te straffen. Maar wie de schilderijen in Lille bekijkt ziet in een oogopslag het vergeefse van de poging. Laat maar bouwen, hoogmoed straft zichzelf. Daar heb je geen God voor nodig.