Autotijd

 Eindelijk zou er dan toch eens een tentoonstelling moeten komen van de autotijd, de grote blikwoekering van de jaren '60, '70 en '80.  

 Ze stonden overal, schots en scheef in de stadsc­entra. Op de bruggen, op de stoepen, dubbelgeparkeerd. Soms hoorde je getoeter, dan wou er iemand tussenuit en ging je de jouwe wat verplaatsen. Files? Toén had je files. De autotijd

 Er waren aanzetjes. De Mexicaanse Volkswagens van Francis Alÿs, de scheef in het stuifzand geparkeerde auto’s van Arie Schippers, die moeiteloos gelijkende merken schilderde en nu weer de 'voorgedeukte auto’ uit de jaren '60 van Wim Schippers - 'iets duurder, maar je hebt er een stuk minder ergernis aan' - die in Kröller-Müller opduikt als de ‘Deukentaxi’ die na 1982 twee jaar door Parijs reed.

 Ameri­kaa­nse patsbakken waarop geschoten is, nu ook weer bij ‘The Dwelling Life of Man’ in de Amersfoortse Kunsthal Kade. Chroom, butsen en deuken. Auto's dat zijn we zelf maar we willen het niet weten.