Armando in Bergen

 Cherry Duyns vertelde me eens hoe hij als leerjongen bij de Haagse Post binnenkwam. Chef redactie was Armando. Al snel raakten ze bevriend, omdat ze geen van beiden dronken. De rest van de redactie zat tussen de middag bij café Scheltema, zij liepen opgewekt door de Kalverstraat en kochten bij een speciaal adresje kano's en rondo's. Daaruit kwam later Herenleed voort.

 Vanmiddag zag ik In Kranenburgh in Bergen een indrukwekkende tentoonstelling van vooral nieuwe schilderwerken van Armando. Vijftig werken. In een grote kelder waar ze echt de ruimte krijgen die ze nodig hebben. De bosranden. Goed versus kwaad, de oorlog, Duitsla­nd.

 In zwart en wit vaak. Een bosrand wordt alles ineen. Hier sta je in het licht, ginds verdwijn je in een peilloos donker. Waarin alles kan schuilgaan. Bosrand, hek, vlag, slagveld, melancholie, dat zijn de titels.

 Schuldige landschappen, doopte hij ze ooit. Waarbij hoort het verhaal van de jonge Armando en het Kamp Amersfoort, waar hij in de oorlogsjaren vlakbij woonde en getuige was. De betekenis drong pas nog goed tot me door toen me gevraagd werd waarom ik mijn eigen ongeluk toeschreef aan de gevels van Den Haag. Ongeluk, dreiging veruitwendigd. Dat moet wel, anders red je het niet. 

 Eerder al zijn er bij Armando 'misdadige' schilderijen of landschappen. Ook te zien in Bergen.

 Vanmiddag kwam de rust om het goed tot me door te laten dringen. De Melancolia die je al bij Dürer vindt. Hier in twee, drie doeken zonder uitweg.

 Krasse kleuren, uitersten in de vorm. Altijd nurks. De Armando die aan boksen deed, maar ook viool speelde.

 Het raadsel blijft. 'Wat de bomen hebben gezien, daar krijgt hij de vinger niet achter,’ zegt de toelichting.