Surveillance (2)

 Vanmiddag was ik met Lotte Geeven en Yeb Wiersma op pad in de gouden vierkante kilometer die ze om de Haagse Galerie West hebben neergezet.

 Neergezet, want hun goud heeft niet alleen een grondvlak maar ook diepte die tot het middelpunt van de aarde reikt en hoogte zover het oog kan zien.

 Wat is de wettelijke status van dit gouden bouwwerk? Lotte en Yeb hebben alle denkbare instanties gebeld om er achter te komen hoe hoog eigendom reikt, maar het antwoord bleek per instantie verschillend. De politiefunctionarissen die we tegenkwamen bekeken de gouden streep laatdunkend: 'geen idee'. Het Europees Gerechtshof wordt hun laatste toevlucht. Het zal te lezen zijn in het lijvig eindverslag van een maand onderzoek naar het wie en wat en het wat is van wie van deze buurt. Territoriumkwesties, vermijdingsgedrag en een basketbalwedstrijd - de buurt tegen de kunst, in de galerie nota bene - inbegrepen. En er is meer op komst. Motoren? Nog twee weken te gaan.

 Vanmiddag eindigden we op het hoogst bereikbare punt, dertienhoog bij twee tevreden homoseksuele heren die hun gouden uitzicht op de Haagse overheidstorens intens genoten. Dinsdag in de Avonden meer. Ook de vraag 'wat als die streep nu gewoon wit was geweest?'

Surveillance (1)

 Er lopen denkbeeldige lijnen door steden en dorpen. Lijnen waarbinnen andere regels gelden dan erbuiten. Noem het grenzen van de geest. Mijn buurman, die 's winters onze gezamenlijke stoep sneeuw­vrij houdt denkt daar strikter over dan ik. Surveillance. Wie houdt toezicht op wie?

 In Den Haag hebben Lotte Geeven and Yeb Wiersma half maart voor hun project Surveillance een vierkante kilometer rond de Galerie West - aan het Groenewegje - gemarkeerd met een lijn van bladgoud. Een gouden lijn. Sindsdien verkennen ze het grensverkeer, niet alleen langs die lijn, ook in de hoofden van de bewoners. Morgen zal ik kijken hoe. Ik mag mee bij de beklimming van een moskeetoren. 'Als je niet teveel last van hoogtevrees hebt'.

 Eerder ben ik bang dat ik mijn schoenen moet uitdoen. 

 Zou het met goud afgezette gebied van bovenaf goed te zien zijn? Waar ik ook benieuwd naar ben is hoe met bladgoud op de wegen en stoepen zich heeft gehouden. Is het door fietsers, auto's en voetgangers versleten? Heeft het zich binnen en buiten het gebied verspreid? En hoe ziet dat er uit? En waarom goud? Zijn Geeven en Wiersma op zoek naar een onuitgesproken 'go­lden rule'?