Eens deden we een zondags live-discussieprogramma vanuit Cafe Wildschut. En zo kwam het dat ik in mijn Renault 4 met naast me Karel van het Reve en achterin Tom Lanoye door Amsterdam racete op zoek naar een lijnverbinding, want die in Wildschut werkte niet. We landden in Eik en Linde. Net op tijd
'Doen jullie dit altijd zo?' vroeg Tom.
'Ongeveer wel.'
Karel bleef onverstoorbaar als altijd. Tom kreeg me ondersteboven met z'n Gent-Wevelgem. Homoseksualiteit was en is taboe in het peloton.
Maar Tom beschreef de kleurige, glimmende koersbroeken strakgespannen om die rennersbillen. Mijn vriendin kreeg genoeg van 'al die malende konten'. Tom niet:
‘Mocht ik herbeginnen, ik zou het net zo doen:
niet om de poen, maar om die nieuwe pakken.
Die zo glimmend spannen om je billen,
en om die van elke ploegmaat in het peloton.
Ik zou mijn hele leven willen trainen,
net iets slechter dan de ander,
dan zit ik altijd achteraan,
genietend van de erotiek.
Iets anders wil ik niet. (…)’