Pistoia

 Zoals vaker viel bij het bladeren in de boekwinkel mijn oog meteen op dat ene woord. Een woord, een wereld. Het was Pistoia, waar ik me vastreed in op weg naar de kerk, en achteruit moest, waarbij ik een buitenspiegel verloor. Het was de bundel 'Begane grond' van Hans Tentije, die wel de Madonna dell'Umiltá zag. Ik niet, maar tegenover de garage lag het locomotieven-kerkhof van Ansaldo-Breda, een onverwacht bedevaartsoord. Dit heet 'Ooit':

 'Eeuwen van verering hebben haar niet bedorven/ noch is haar gezichtsuitdrukking veranderd, vol toewijding/ buigt ze zich nog steeds over haar kind, toch/ lijk ze allerminst gerust te zijn, ondertussen blijft ze/ stilletjes op haar hoede -

zij is de Madonna dell'Umiltá, de Onze-Lieve-Vrouwe/ van de Nederigheid, die je behalve hier in deze basiliek in het hart van Pistoia overal elders/ kan tegenkomen

je herkent haar aan een van vrees dooraderde blik/ waaruit het besef van iets onafwendbaars/ spreekt, dat er hoe dan ook een opoffering/ zal worden gevraagd

soms verschijnt ze midden in een stroom vluchtelingen/ of is ze de bedelende zigeunerin, haar warm/ ingestopte baby op de arm, de Warschause jodin/ met een jochie naast een veewagon/ op het perron van het vernietigingskamp -

wat olmen misschien, je zou willen dat hun jaarringen/ daadwerkelijk slonken om terug/ te groeien naar een pril, priller begin'

 ps. In 1498 heeft de Madonna echte, kerkelijk erkende, tranen geweend.

Tags: 
station Friedrichstrasse, Berlijn jaren '20

Treinschrijven

'Er vloog een klein station voorbij, niet meer dan een perron, een halfopen juwelenkistje, en alles werd weer donker alsof er kilometers in de omtrek geen Berlijn bestond. Ten slotte verspreidde zich een topazen licht over honderden rails en rijen natte spoorwagons. Langzaam, zeker, bloeiend, trok de reusachtige ijzeren stationsholte de trein naar binnen, en meteen werd die traag, en toen met een schok overbodig.'

Zo eindigt, in de vertaling van Rien Verhoef, het eerste hoofdstuk van wat Nabokov 'de joligste' van zijn romans roemt, dat 'montere monster' Heer, vrouw, boer, voltooid in 1928, uit zijn Berlijnse tijd. Onverholen erotiek. Is Nabokov onze grootste treinschrijver? Ik hou me aanbevolen voor treinpassages. Een krantenberichtje vertelde eens van een hoogbejaarde Italiaanse oud-senator, die in treinen woonde. Zijn gratis spoorabonnement voor het leven was een van zijn laatste bezittingen. Een huis had hij niet meer. En zo reisde hij permanent. Van Lecce naar Cuneo, van Triest naar Livorno.Hij werd dood aangetroffen in een eerste klasse wagon.

Tags: