De droom van Malaparte

 De mensen dromen niet meer lijkt het wel. Ik hoor er niet van. Waar bleven de dromen, ongerijmd, betoverend. Ik zou een dromenc­lub willen stichten, zoals W.G.Sebald zijn Toevalsclub had. Dit is uit het 'Dagboek van een vreemdeling in Parijs' van Curzio Malaparte, 1947 (?). Vertaald door Jan van der Haar:

 '19 december. Vannacht heb ik weer de droom gehad die ik al jaren van tijd tot tijd heb. Mijn moeder komt 's nachts mijn kamer binnen, zegt met gruizige stem: 'Schei uit met werken, je bent moe, ga naar bed.' Ik kijk haar aan, ze ziet bleek en ze glimlacht. Dan staat ze op en gaat weg met achterlating van haar blanke hand op mijn schrijftafel. Ik sta op, pak die zware, dode hand, open het raam, gooi hem het raam uit. Daar beneden ligt de tuin van mijn huis in Forte dei Marmi Ik hoor het geluid van de zee. Een vogel zingt. Ik herhaal steeds dezelfde woorden: '21 maart 1948'. In december 1935 heb ik in Forte dei Marmi voor het eerst deze droom gehad.

 Ik moet weg uit Parijs. Lichtwitz oppert mee te gaan naar Chamonix. Ik ga naar Chamonix. Ik ben bang voor deze droom. Die brengt ongeluk.'  

Tags: 

Malaparte in de Metro

 De schrijver Curzio Malaparte (1898-1957) – bekend van de oorlogsboeken Kaputt en De huid - kwam in 1947 naar Parijs en zag de ontreddering. Dit voorval noteerde hij in de Metro, bij Concorde. Er sterven nog steeds veel mensen op straat. Er valt een man. Niemand reageert.

 'Hij zijgt zacht ineen, zijn hoofd tegen de muur van glanzend majolica, hij kijkt me met weggedraaide ogen aan. Rood kwijl loopt naar buiten. Hij is ten prooi aan een gruwelijk trillen waar ik niet naar kan kijken. Ik kniel bij hem neer, leg zijn hoofd in mijn schoot, knoop het boordje van zijn overhemd open. Hij neemt opeens mijn hand tussen zijn tanden, begraaft zijn tanden in mijn vlees. Ik zeg tegen de mensen die zonder omkijken passeren: "Dames en heren, help mij."  Niet een blijft er staan, zonder omkijken trekt de menigte in de lange gang voorbij.'

 Malaparte schetst de Parijse menigte: 'Val nooit op straat, op het trottoir, om zes uur 's avonds'. Heb nooit hulp nodig op straat om zes uur 'avonds. Niemand zal u helpen. Iedereen zal u vertrappen, platdrukken, zal omkijken en zeggen: Wat doet u daar midden op het trottoir. Je valt niet midden op het trottoir. Schande." Als u een vreemdeling bent, zal de menigte u aankijken, u "die vuile vreemdeling!" noemen.

 Tenslotte doen twee matrozen wat hij beveelt. Ze trekken de man aan zijn benen.

 'Met een ruk haalt de man zijn tanden uit mijn vlees, hij laat zijn hoofd hangen. Ik zie dat zijn tong helemaal opgerold is zodat hij bijna stikt. "Geef me uw sigaret," zeg ik tegen een van de matrozen. Met de gloeiende kegel van de sigaret brand ik het onderste van de tong van de man. Ik ken de methode. Het is de enige methode om hem zijn tong te laten ontrollen.'

 Malaparte heeft in de oorlog in Polen, Oekraïne, Roemenië geleerd hoe je voorkomt dat iemand stikt in zijn tong.  Zijn Dagboek van een vreemdeling is nu in Privé-domein vertaald weer door Jan van der Haar.

Tags: 

Casa Malaparte

 'Toen ik een huis voor mezelf begon te bouwen dacht ik niet dat ik een portret van mezelf zou maken,' zei Curzio Malaparte over zijn Casa Malaparte, gebouwd op een rotspunt op Capri (wat geiteneiland betekent): 'Una casa come me', een huis zoals ik.

 En ik dacht aan de bunker die Gerard Reve in Dieulefit/Le Poët Laval optrok, het Geheime Landgoed, het 'huis op de berg', dat zoveel glazen bouwblokken bevat omdat dat de makkelijkste raamoplossing is. Ik ben er nooit geweest, Rudy Kousbroek heeft het beschreven als - precies - een zelfportret. Maar Malaparte had hulp. Nadat hij een architectenontwerp had afgekeurd bouwde hij van 1938-1942 samen met de lokale metselaar Amitrano. Het huis staat 32 meter boven zee. Na zijn dood in 1957 werd het verwaarloosd en sinds de jaren '80 gerestaureerd. Godard nam er zijn film Le Mépris (1963, met Brigitte Bardot) op. Veel van het interieur is er nog, waaronder het verzonken marmeren bad voor zijn vriendin. Architecte en beeldend kunstenaar Sarah van Sonsbeeck bezocht het en vindt het 'het mooiste huis op aarde'.

 Ze schrijft: 'Ik stond er ooit - illegaal - op het dak, waarvan nu alleen mijn - illegale - dia's getuigen... We waren met een architectentour op Capri, maar hadden geen toestemming gekregen van de Amerikaanse dame die het huis toen beheerde. Maar je begrijpt, drie hekken en wat prikkeldraad zijn niets als ze tussen jou en je droom staan. Het huis heeft ramen naar de zijkant, zodat je bij helder weer het eiland Lipari ziet, waar Malaparte naar verbannen was. Alleen de kamers op de kop - een voor Malaparte en een voor zijn maîtresse misschien - hebben een klein raampje dat op zee uitkijkt... En in de grote ruimte zijn alle meubels en ramen te groot, zodat de bezoeker een dwerg wordt, en Malaparte zijn cipier. Er is zelfs een open haard met glas, waardoor je de zee in brand ziet staan. Niet voor niets loopt het huwelijk van Brigitte Bardot in 'Le mepris' in dat huis stuk. It's all in the eye of the beholder, dat weet ik ook wel. Dit huis is een machine van verlangen. Iedereen ziet er wat hij zelf het meeste mist.'