De Sirenen

 Van wie de Zeemeermin een verre nazate was leerde ik kennen in de Odyssee-vertaling van mijn leraar Jan van Gelder (1959). Grote vogels met vrouwenhoofden. Circe waarschuwt Odysseus:

 'Nadert een man, in zijn on­verstand, deze demonen tot zo nabij dat hij haar stemmen hoort, dan keert hij niet meer naar huis terug, dan komen zijn vrouw en kleine kinderen nooit meer vroli­jk bij hem staan, maar de Sirenen betoveren hem met haar helder klinke­nde zang. Zij zitten op een weide. Om hen heen liggen stapels beenderen, en dode lichamen in verwording, met wegschrompelende huid. Daar moet je voorbij varen. Stop de oren van je mannen vol met was, die jij zelf hebt gekneed, zodat niemand iets kan horen. Wanneer jijzelf, echter, wilt luister­en, laat je dan aan handen en voeten rechtop tegen de mast binden; de touwen moeten daar stevig omheen geslagen zijn. Op die manier kun je genieten van de stem der Siren­en, en elk smekend verzoek van jou om bevrijding moeten je vol­gelin­gen beantwoorden met nog meer touwen en knopen.'

 Homerus (800 vChr.)

Tags: 
Vito Acconci - Shadow-Play (1970) het schaduwgevecht

Schaduw (4)

Vandaag moet ik eindelijk een foto maken van de straatlange fietsschaduw, die alleen in het voor- en najaar opduikt, na zes uur.

 'ShadowDance' komt in het juiste seizoen.
Schaduwen, je vergeet ze. Dat visuele overslaan wordt in Amersfoort opgeheven. Opeens bestaat heel de wereld uit schaduw. Keer je terug naar het oneindige spel dat je er als kind mee speelde.
Apen en kinderen leggen hun vinger op hun schaduwvinger. 
 Ik raakte verdiept in 't het schimmenspel. Kwam bij de onderwereld van de Odyssee, waar de schimmen rondwaren. In de woorden van mijn leraar Jan van Gelder: 'De stervelingen, immers, maken gedurende hun korte bestaan op aarde meer ellende mee dan zij vreugde beleven en over hun lot na de dood behoeven zij geen enkele illusie te koesteren.'
En hij beschrijft het bezoek van Odysseus aan de toegang tot de onderwereld, 'waardoor de schimmen van de gestorvenen naar buiten zweven, schril piepend en zich alleen nog maar bewust van een smartelijk en vergeefs verlangen naar alles wat zij op aarde achterlieten.'
 

Tags: 
Judith van Meeuwen
Beluister fragment
Jan van Gelder
zijn Odyssee-vertaling. omslag van Berserik.

Jan van Gelder

Pasgeleden, bij Plato-vertaler Gerard Koolschijn kwam het gesprek op een andere vertaler van klassieken, Jan van Gelder (1899-1973), van wie ik les heb gehad. Voor Gerard was zijn vertaling van Plato's Gorgias van belang, om zijn begrijpelijkheid. Hoe de lessen van Jan van Gelder waren?

 Het kwam nogal eens voor dat hij bij het begin van het eerste uur tegen het gymnasiumklasje zei 'Dames en heren, de meester heeft vandaag geen zin, gaat u mee een kopje koffie drinken.'Dan sjokten we achter hem aan naar een nabij café met Perzische tafelkleedjes, waar hij een uur lang zwijgend uit het raam staarde, terwijl wij stilletjes wat huiswerk voorbereidden. Jan van Gelder heeft ook romans gepubliceerd, en schreef mooie stukken en gedichten voor het blad Libertinage (nu terug te lezen op DBNL). Zijn - zeer vrije - vertaling van Homerus' Odyssee is een van mijn lijfboeken..

 In de introductie daarbij (in de Ooievaarreeks van Bert Bakker) geeft hij dit beeld van de ideeën over leven en dood bij de Grieken in Homerus' tijd: 'De stervelingen, immers, maken gedurende hun korte bestaan op aarde meer ellende mee dan zij vreugde beleven en over hun lot na de dood behoeven zij geen enkele illusie te koesteren.'Volgt een samenvatting van Odysseus' bezoek aan de toegang tot de onderwereld, 'waardoor de schimmen van de gestorvenen naar buiten zweven, schril piepend en zich alleen nog maar bewust van een smartelijk en vergeefs verlangen naar alles wat zij op aarde achterlieten.'

 En Jan van Gelder verzucht: 'Men moge zich een dergelijk pessimisme indenken: het hopeloze verlangen naar iets dat in de ervaring grotendeels bitter was.

 'Hij rookte - ook tijdens de les - altijd Lexington. Waarbij zijn gewoontje was voor hij er een opstak met de wijsvinger een paar keer tegen het uiteinde de sigaret te tikken, waarvan het andere uiteind dan op het tafelblad rustte. Hij sprak ons aan met 'dames en heren', nooit bij de voornaam.

Tags: