De Sirenen

 Van wie de Zeemeermin een verre nazate was leerde ik kennen in de Odyssee-vertaling van mijn leraar Jan van Gelder (1959). Grote vogels met vrouwenhoofden. Circe waarschuwt Odysseus:

 'Nadert een man, in zijn on­verstand, deze demonen tot zo nabij dat hij haar stemmen hoort, dan keert hij niet meer naar huis terug, dan komen zijn vrouw en kleine kinderen nooit meer vroli­jk bij hem staan, maar de Sirenen betoveren hem met haar helder klinke­nde zang. Zij zitten op een weide. Om hen heen liggen stapels beenderen, en dode lichamen in verwording, met wegschrompelende huid. Daar moet je voorbij varen. Stop de oren van je mannen vol met was, die jij zelf hebt gekneed, zodat niemand iets kan horen. Wanneer jijzelf, echter, wilt luister­en, laat je dan aan handen en voeten rechtop tegen de mast binden; de touwen moeten daar stevig omheen geslagen zijn. Op die manier kun je genieten van de stem der Siren­en, en elk smekend verzoek van jou om bevrijding moeten je vol­gelin­gen beantwoorden met nog meer touwen en knopen.'

 Homerus (800 vChr.)

Tags: