Zwartwit werd die tijd. Als er nu kleurenmateriaal van Goebbels opduikt is dat opeens griezelig echt. Wat doen foto’s met ons? De grove korrel gooide er later nog een schep bovenop.
Kleur was ooit zo bijzonder dat middeleeuwers van heinde en ver naar Chartres togen om op 21 juni om twaalf uur 's middags de zon door het roosvenster van de kathedraal te zien schijnen: 'Ahhhh....' . Pigmenten waren duur, de blauwe lapis lazuli het duurst. En dan kleuren met een lampje erachter. En wat is televisie anders?
Het blad Kunstschrift heeft nu een heel nummer over kleurenfotografie, 'Modern times' waarin de democratisering van het gekleurde beeld precies beschreven staat.
Het begon aarzelend in 1907, maar het heeft - ook omdat kleur lang niet op papier afdrukbaar was en niet manipuleerbaar - tot ver na de Tweede Wereldoorlog geduurd voor kleur ingeburgerd was. De tegenwerpingen van kunstenaars en filmers, die nog steeds in zwartwit werkten, zijn achteraf bizar: 'glad', 'schreeuwerig', 'vulgair', iets voor amateurs en de commercie. En dat terwijl schilders juist rond 1900 kleurexplosies veroorzaakten.
Heilig of ordinair? Raadselachtig waarom het zo lang duurde voor kunstfotografen iets met kleur ondernamen. Dat begon met grote nadruk, kleur als onderwerp, kijk dat rood van Saul Leiter! En het eindigt nu zowat bij mijn kleurloze jeugd. Bij Hans Aarsman, die in dit nummer vertelt hoe hij de kleur overmeesterde, de baas werd, moet je soms opletten anders mis je nuances. Kleur als stadsgedruis dat je niet meer hoort.
In 1958 gingen kennissen naar de Keukenhof en schoten drie filmpjes vol met wat zij dachten Kodachrome 8mm. Maar eenmaal ontwikkeld kwamen er wel eindeloze bollenvelden terug, zorgvuldig panoramisch en met close-ups, maar helaas in zwartwit. Tja de meneer in de fotowinkel had zich vergist.
De film werd niettemin aandachtig bekeken en van uitleg voorzien: 'Kijk, dat waren die gele.' Verdwenen, unieke avonden 'Lost and never found' tussen de gordijnen.