Die ik naar de garage bracht voor een grote beurt en winterbanden. Over ijskorsten liep ik terug, ging zitten en nam Apollinaire ter hand omdat ik me deze zinnen herinnerd had uit zijn gedicht '4 U' (vier uur):
'Niets te zeggen alles wat ik doe wordt gedaan door een onzichtbare
persoon
Want met mijn jas dichtgeknoopt van top tot teen in het blauw een
met de hemel word ik onzichtbaar'
Vrijwel zo verging het mij vanmorgen. Met het verschil dat het winter was, mijn jas zwart als de hemel en dat ik om zes uur was opgestaan.
De onzichtbaarheid heeft me niet verlaten.
Wat ik doe wordt nog steeds gedaan door een onzichtbare persoon.
ps. Uit ‘Het raam gaat open als een sinaasappel’, gekozen en vertaald dor Kiki Coumans