Met Folkert de Jong cirkelde ik aan de voet van het Hilton hotel om zijn bijdrage, de Harlekijn met de Napoleonssteek 'La danse'. Vrij naar Picasso in 1915. Morgen zijn we te horen in de Avonden.
De Harlekijn werd gemodelleerd in kunststoffen, waarvan je de rafels nog ziet, gegoten in brons en beschilderd. Brons, zegt Folkert, is het materiaal waarin je vorsten giet, het materiaal voor symbolen van de autoriteit. Zijn dansende Harlekijn is een commentaar op wat we om ons heen zien: de ABN-Amrobank, het Hilton hotel. Kunst en openbare ruimte staan opeens op gespannen voet, bezien elkaar wantrouwig. De Harlekijns van Picasso dreven al de spot met Napoleon, ze waren op hun beurt nazaten van de middeleeuwse hofnarren. Picasso moet zich in z'n arme begintijd vaak niet meer dan een clown gevoeld hebben.
Intussen tikken de kinderen van een schoolklas - ze worden hier bij bosjes rondgeleid - tegen zijn Harlekijn. Ja, hij doet denken aan de levende standbeelden op de Dam.
'Is ie echt? Goeie vraag.'
Zijn gezicht is wel oud, zeg ik. Daarin verschilt ie van z'n voorbeeld bij Picasso. Hij is honderd jaar ouder. Dat kan kloppen, zegt Folkert de Jong, tijd is in mijn werk belangrijk.