Binnenhuisjes van de eigenaardigste soort zijn uit het samenwonen van de schilders Andrea Freckmann (Dortmund, 1970) en Theun Govers (1976) ontstaan. Vloer‑ en wandbedekking - van Govers ‑ zijn er even buitenissig als wat de personages uithalen. Er is in de galerie ook letterlijk een afgetrapte kamer ingericht, met een schemerlamp en schilderijtjes aan de wand. Op het lage tafeltje met drie schuine pootjes ligt - o wonder - zelfs een authentieke viewmaster, geladen met tableaux vivants, door de schilders opgevoerd in een ernstige verkleedpartij met kleren uit de collectie van het Haags Gemeentemuseum. Een voorstelling in de voorstelling!
Het zijn de Duitsers die sinds Matthias Weischer het interieur als onderwerp openden. Die sinds Daniel Richter de weg vrijmaakten voor dierfantasieën
Andrea Freckmann schildert voorstellingen vol details die haar verhalen naar alle kanten uitbreiden. Kamerplanten woekeren. Hertenkoppen kunnen ornamenten aan de wand zijn terwijl beneden ze een verbaasd hert passeert. Vaak is er visite, maar dat kan ook zijn van overleden voorouders. Er wordt gegeten van overdreven Delfts blauw en Freckmanns vrouwen - nogal eens opgewonden - gaan sexy gekleed, met veel nadruk op kouspatronen.
Je krijgt nogal eens de indruk dat ze scenes uit haar leven schildert. Die Theun Govers in zijn interieurstudies een dubbele bodem meegeeft.
Fremdhaus is een verzonnen woord, afgeleid van Fremdkörper. Een ideale omschrijving van de voorstelling die je in de Haagse Herdersstraat te zien krijgt bij de galerie van Maurits van de Laar.