Vanouds zijn er de verkeersdrempels. In de oude tijd werden rijbanen wel gescheiden door bomenrijen, zoals in Den Haag de Laan van Meerdervoort en de Groothertoginnelaan.
Verdwenen. Toch blijft er bij de aanleg van wegen en verkeerspleinen veel zg. 'restruime' over, zoals onder het Rotterdamse Kleinpolderplein. Oases onder wat zich voortspoedt.
In Alastair Bonnets onvolprezen 'Off the map' is een hoofdstuk gewijd aan 'Traffic Islands'.
Het was Gordon Matta-Clark die er in New York kunst van maakte. Hij kocht bijvoorbeeld minuscule overgebleven stukjes New York op.
In Nederland zijn in de ronde stukjes overgeschoten grond binnen verkeerspleinen, die ooit 'klaverblad' genoemd werden vaak vijvertjes aangelegd waar vogels zich vestigen, als in het oog van een razende orkaan, waar opeens in windstilte een zonnetje schijnt. Het is er ongehoord rustig, geen pad dat er heen leidt.
Voor een eromheen rijdende automobilist als ik een jaloersmakende, bevrijdende aanblik.
Dat zelfde zie je in België, waar - zoals aan de afslag Machelen van de Noordelijke Brusselse ringweg, een plotseling ophoudend rijtje 19de-eeuwse arbeidershuisjes op de heuvel is blijven staan.
Ik zou Bonnett willen wijzen op Louis Paul Boons 'Vergeten straat'.