Arjen Duinker neuriet de zomer

 Stel je voor, er staan woorden, gegroe­peerd in regels van vier. Twee strofen van zeven. Een beperkt aantal woorden. zodat een schijn van overzicht ontstaat. Ook omdat ze zich herhalen. Zomerse woorden zijn het, landschappelijk vaak, als vlieg, koe, vogel, blad, bloem. Ook van lichaamsdelen als neus, duim, oor. En van gereedschappen van een schrijftafel waar gepast en gemeten wordt door een neuriënde god. De woorden komen tot leven. Maken muziek, in hun klinkerrijkdom, door hun herhalingen. Je begint onwillekeurig mee te neuriën. Neem deze:

 Vogel vlakje vis vlakje

 Cijfer wind wind touw

 Vis vogel vlakje vlakje

 Bloem cijfer bloem liniaal

 Boog boog liniaal bloem

 Vogel touw vis cijfer

 Koe boog koe driehoek

 

 Vlieg bloem vlieg vis

 Bol bel bol weggetje

 Vis bloem bloem water

 Stof water bloem bel

 Liniaal liniaal oor oor

 Voet bel voet weggetje

 Vouw plus min bol

Zo gaat het in Duinkers nieuwe bundel 'Catalogus'. En zie, het is zomer.

Tags: