Masereel (1889-1972), de grote Vlaamse houtsnijder sneed ook 'beeldromans'. Nu kreeg ik zijn 'Getijdenboek' (1919), een autobiografie in plaatjes. Zonder woorden. Als stills uit een stomme film.
Naar Middeleeuwse voorbeelden als het Getijdenboek dat de gebroeders Van Limburg in 1410 maakten voor de Duc de Berry. In het Frans en Duits heet zo'n boek een 'Urenboek'.
De strip is van alle tijden, zeker in Vlaanderen. Waar het in kerkramen, tapijten en schilderijen gewoon was om verhalen van vele kanten, uit meerdere blikpunten - ook in de tijd - te laten zien. Dat hield nooit op, al is publiek van nu niet meer gewend om Christus in een schilderij tegelijk geboren te zien worden en aan het kruis te zien hangen, terwijl hij verderop de voeten van een apostel wast en voorgaat in het avondmaal.
Erg jammer. Al zijn er altijd weer pogingen de lineaire verhaalconventie te doorbreken, zoals onlangs nog van Gustaaf Peek in zijn 'Godin, held'.
Thomas Mann schreef in 1926 een inleiding bij Masereels Urenboek, waarin hij zich een groot bewonderaar toonde. Hij memoreert de film, en zet de hoofdfiguur neer als een Vlaamse Elckerlyc, die op zijn levensreis door stad en platteland alles meemaakt wat in zijn jaren kan: kermis, ziekte, oorlog, idealisme en revolte, een ziek kind en tussendoor veel vrouwen, van moeders tot hoeren.
Dit 'Stundenbuch' is tweedehands wel te krijgen.