'As sweet as it gets' vertaal ik maar als 'zoeter dan dat wordt het niet'. In die titel legt Borremans alle ironie en ernst van zijn werk.
De heel complete catalogus laat hem uitvoerig aan het woord. Zo leer je dat hij zijn figuren nooit naar de natuur schildert, het zijn bedachte personages in voorstellingen van een poppenspeler. Vaak voor de helft, spiegelend in een tafelblad, half gekleed, op de rug gezien. Ze hebben immers geen ziel. Of kregen - aan de lijmnaad in The false head (2013) duidelijk zichtbaar - een ander hoofd opgezet. Dat idee kwam van de Barbiepop van zijn dochter, waarvan het hoofd ook los kon. Het enige echte naakt in Brussel draagt een stuk kaas in haar hand. Pas als hij heel oud en goed genoeg is zal hij naakten durven schilderen, zegt hij.
Theater brengt verkleden mee, maskerades zoals de raadselachtige androgyne figuur in jurk met het zwartgeschminkte hoofd op het affiche. Of de beschilderde rode en groene harlekijn-hand. Geen sekse, geen gezicht.
As sweet as it gets verraadt de pogingen tot zelfbegoocheling van een klein jongetje. Hoever kom je in een voorstelling voor jou alleen? Wie zou je begrijpen? Zou hij daarom zo lang gewacht hebben - tot na zijn dertigste - met schilderen?
Ik moet weer terug naar Brussel. Er valt nog zoveel te doorgronden.
'The journey (true colours)' uit 2002 toont een reis naar een merkwaardig huis in een vreemd land. Een man op de rug gezien zit op een stoel, het huis in maquette recht voor zijn neus, denk je. Maar wie zijn die minuscule figuurtjes rond het huis? Zou het misschien omgekeerd zijn en werden man en stoel door de schilder naar die verre streek gebracht?