In de reeks Gelders Balkon, die het Arnhems MMKA brengt, vanmiddag een nieuwe verrassing: de schilder Mark Outjers (1967).
Vervloeiïngen. In schildertechniek zag ik ze maar zelden. Maar hier. Hoe een meisjesjurkje verloopt in een planken vloer, die op zijn beurt weer overgaat in luxaflex. Hoe de nerf van een plank overgaat in een schoentje. Toch kijk je in het dagelijks leven ook zo, realiseer je je.
Ook de lichtval in de schilderijen van Outjers is uitzonderlijk. Het glanzen van een in de was gezette vloer ontwricht een hele voorstelling. Er zijn geen voorwerpen meer waar licht op valt, er is licht waaruit voorwerpen, figuren of meubelstukken opduiken. En dan. Overal zijn patronen en motieven verwerkt, in het behang achter zelfportretten, in tegelwanden. Outjers werkt op houten panelen. En elk paneel brengt een verhaal, beter een raadsel.
Behang, patronen, motieven? Onherroepelijk komt ook daardoor de herinnering aan het werk van Felix Vallotton.