Liefst zou ik vlug weer eens met Marcel - elke dag een tekening sinds 1993 - van Eeden praten. In de zomer van 2001 was ik op zijn Haagse werkkamer. We hadden het over de wereld van voor zijn geboorte (1965) die hij aan de hand van foto's herschept, nog steeds, elke dag. Hoe ontwikkelt zich zijn parallel universum?
Wat is er zo Haags aan Marcel van Eeden, vroeg ik me toen af, en nog. Hij werkt nu in Berlijn. Hagenaars gaan weg. Het gaat hem goed daar. Duitsers begrijpen zijn werk. Vanaf morgen exposeert hij zijn 147-delige serie 'Celia', zijn grootste werk totnutoe. Te zien in de Berlijnse galerie Zink in de Schlesische Strasse in de wijk Treptow, waar hij woont. In de Celia-serie zijn teksten verwerkt. Ook van voor 1965, van vier schrijvers: J. van Oudshoorn, Jack Bilbo, T.S. Eliot en Robert Walser. Een verband met de tekeningen is er, maar blijft ongrijpbaar. Ze doen denken aan de titels bij Magritte. In juni exposeert hij een nieuw groot werk in Tübingen, 'De archeoloog - de reizen van Oswald Sollmann'. De geleerde Sollmann trekt daarin - net als van Eeden zelf - van Den Haag naar Berlijn en bereist de Arabische wereld. Alles vóór 1965, dat spreekt.