Van jongsaf heeft hij geknipt en geplakt. Er kwam wel eens wat tussen, de HBS of de militaire dienst, maar daarna begon hij meteen weer.
In 1946, op zijn vijfde al, plakte hij met Gluton, lijm op waterbasis. De kleverigheid trok hem. Nu zitten de Stanleymesjes waarmee hij snijdt onder een dikke korst aangekoekte Bison houtlijm. Dun papier altijd aan twee kanten plakken, dan blijft het strak.
Een manier van leven: oprapen, knippen, plakken. Aangekoekte affiches die moeten worden losgeweekt in het bad van een Parijse hotelkamer. Niet om ze te redden. Er gaat iets ontstaan.
Het verleden wordt versneden tot bergen papiertjes en opgeborgen in weckflessen. Dan komt het uitstorten en sorteren, in enveloppen.
Nog weet Arthur Slenk niet waar het heen gaat. Dan ontstaat er iets, uit vlekken, patronen, motieven, herhaling.
Let wel, na het lijmen blijven aandrukken met de nagel.
Tot hij pijn krijgt in altijd diezelfde nagel.