Dinsdag sta ik dv. met Jannie Regnerus onder aan een dijk. En praat met haar over 'De ent', haar eerste roman na twee reisboeken.
Ze kreeg de Bob den Uylprijs voor dat over Japan 'Het geluid van vallende sneeuw'. 'De ent' beschrijft de jeugd van haar alter ego Rixt op het Friese platteland. Het verschijnt komende week.
Heel precies brengt Jannie Regnerus in kaart hoe het wonen op het Friese platteland mensen vormt, hun levens bepaalt:
'Geluk en lijden voltrekken zich in stilte, niemand vraagt steun of aandacht voor zielenkwesties. Bij de geboorte van een kind wordt niet aan vlaggetjes of ballonnen gedaan, laat staan een ooievaar in de tuin, dat is veel te opzichtig. Net zo geruisloos als nieuwgeborenen hun intrede doen, stappen mensen hier uit het leven. Er komt geen druppel bloed aan te pas en er is nog nooit iemand betrapt op een halfslachtige poging. Verhanging komt het meest voor, met ijzersterk strotouw en een hanenbalk is succes gegarandeerd. Zelfverdrinking komt op een goede tweede plaats.'