In het eerstkomende nummer van 'De Parelduiker' laat biograaf Nico Keuning al iets zien van zijn werk aan 'Oorlog & Pap', de monografie over Johnnny van Doorn die in november - mét tekst van Johnny zelf en een CD - bij de Bezige Bij verschijnt. Een citaat: 'Beneden in de stad tussen Roggestraat en Velperplein bevindt zich het Johnny van Doornplein, naast de zij-ingang van Vroom & Dreesmann. Daar, op de tapijtenafdeling, voerde hij tijdens zijn middelbare schooltijd in het openbaar zijn Electric Act op.
Het plan was ontstaan in Villa des Roses, de dichterstempel genoemd naar de roman van Elsschot. Met vrienden spreekt hij er over poëzie, meisjes, beeldhouwers en schilders. Ze zwepen elkaar op met hun wilde fantasieën. Johnny moet in de stad iets voordragen van zijn 'bezeten geluidspoëzie'. Voor ze het weten staan ze op de tapijtenafdeling van Vroom & Dreesmann. Een paar jongens springen op een stapel Perzen en heffen een onderaards geloei aan. 'Flarden Homerus klonken erdoorheen.'
'Het publiek stroomt toe en luistert stil. Tot Johnny op de kleine berg perzen springt en 'alle emoties en instincten van het mensdom' eruit schreeuwt. Alle mogelijke teksten, 'Shakespeare, Vergilius & Herr Sigmund Freud', supersonisch versneld, met de gebaren, mimiek en intonatie die het midden houden tussen een op het elektriciteitsnet aangesloten Ko van Dijk en een door versterkers opgeblazen stem van Adriaan Roland Holst. Hij wordt uitgescholden voor gek en idioot. Hij moet zijn bek houden! Zijn act heeft hem totaal van de wereld gebracht. Uitgeput ligt hij achterover op de berg tapijten. Het agressieve publiek wil hem te lijf gaan, maar met hulp van vrienden en omstanders weet hij in de chaos via de roltrap te ontsnappen. Op het plein naast V&D onthulde Yvonne van Doorn op 10 maart 1993 het straatnaambord Johnny van Doornplein, waarmee 'De Stille Hoek' zoals de plek onofficieel werd genoemd een naam kreeg die herinnert aan het roemruchte optreden van de jonge, toen nog onbekende performer, latere dichter en schrijver.'
'Wonderlijk genoeg zijn de straatnaambordjes een jaar later verdwenen. Ze worden teruggevonden bij een wethouder, die vindt dat Arnhem met het Van Doornplein bepaald geen reclame voor de stad maakt. Gelukkig zijn er genoeg mensen die er anders over denken. De bordjes worden weer tegen de muur geschroefd en het plein wordt in 1994 opnieuw onthuld.'