In het Duitse Steden-kwartet dat de vijfjarige W.G.Sebald zoveel leerde over een vaderland dat hij pas veel later - toen hij al jaren docent was in Norwich, Suffolk - een beetje leerde kennen zat een afbeelding van het Hauptbahnhof van Stuttgart. Een schepping uit 1912, voltooid na WOI, van architect Paul Bonatz die volgens Sebald 'met z'n hoekige brutalistische architectuur al in zekere mate vooruitliep op wat komen ging'.
'Wat misschien zelfs - als zo'n fantastische gedachtesprong me is toegestaan - voorzien werd in de paar regels geschreven door een Engels schoolmeisje van ongeveer vijftien (te oordelen aan haar handschrift) dat op vakantie was in Stuttgart, aan Mrs. J.Winn, in Saltburn-by-the-Sea in Yorkshire, op de achterkant van een ansichtkaart die ik in handen kreeg aan het eind van de jaren '60 in een uitdragerij van het Leger des Heils in Manchester, en die behalve drie andere grote gebouwen in Stuttgart ook het station van Bonatz laat zien, vreemd genoeg uit precies dezelfde hoek als in ons lang verloren gegane Duitse Steden-kwartet.' Deze Betty schrijft op 10 augustus 1939, drie weken voor de vader van Sebald als militair bij de Poolse grens zou aankomen, dat ze erop uit is geweest, heeft gezonnebaad, een sightseeing heeft gedaan, naar de film is geweest en naar een festival van de Hitler Jugend. Dreiging die besloten ligt in bouwwerken en ansichtkaarten. In een kwartet.