Net stuit ik op het Deutsche Städte Quartett, dat vorig jaar op Interbnet werd aangeboden voor 40 DM.Het kwartet - hoogstwaarschijnlijk - waarvan W.G.Sebald op z'n vijfde zoveel leerde. Het gezin kocht het rond 1949 per postorder van het bedrijf Quelle.
Vader Sebald was alleen de weekends thuis, hij werkte elders. En zo speelden de vijfjarige Winfried, zijn zusje van acht en zijn moeder in de weekends kwartet, met ofwel de vader of een langskomer als vierde man. 'Mag ik van jou Oldenburg? Heb je Wuppertal? Heb je Worms?' Sebald schrijft in een stuk dat in 2004 in de New Yorker verscheen hoe hij al spelend de namen van de steden leerde lezen. Namen waar hij nooit eerder van gehoord had. Wat stond er op de kaarten? Het nog ongedeelde Duitsland. En daarop waren de vooroorlogse Duitse steden - intact - in donkerbruine kleuren afgebeeld. De Porta Nigra in Trier, de kathedraal van Keulen, de Kraanpoort in Danzig, de oude huizen in Breslau. In zijn herinnering waren het donkerbruine afbeeldingen. Hij kan ze bijna allemaal opsommen: het Zwinger in Dresden, de Holsten poort in Lübeck.
'Het kwartet markeert niet alleen het begin van mijn leescarrière, maar ook het begin van mijn hartstocht voor geografie, die losbrak snel nadat ik naar school ging. - een verzaligd opgaan in topografie, dat steeds dwingender werd in mijn leven en waar ik eindeloze uren aan besteed heb, gebogen over atlassen en brochures. Alles geïnspireerd door het Stedenkwartet.'En dan vertelt hij hij hoe het tot 1976 duurde voor hij het Hauptbahnhof van Stuttgart - ontwerp van Paul Bonatz dat gespaard bleef - in het echt zag. Veel van de rest was verdwenen.